Transport met dieplader
Hoofdstuk veiligheidsbepalingen (blz. 14) en para-
graaf Veiligheidsbepalingen bij het transport (blz. 31)
STOP
in acht nemen.
Oprijbanen in een hoek van 10° tot 15° op het transportvoertuig
plaatsen. Daarbij op de rupsbandbreedte letten. Laadperrons
zo op het transportvoertuig bevestigen, dat ze bij het oprijden
niet kunnen wegglijden.
Het wenden of sturen tijdens het oprijden is verboden; zo nodig moet de graafmachine worden te-
STOP
ruggereden en na het opnieuw uitrichten worden opgereden.
Graafmachine nauwkeurig op de laadperrons uitrichten, rechtuit oprijden en het dozerblad op het laadvlak
neerlaten.
Waarschuwing! Levensgevaar!
Tijdens het zwenken erop letten, dat zich geen personen op het laadvlak bevinden, gevaar voor vast-
STOP
klemmen.
Voorzichtig bij het draaien, de voorbouwapparatuur kan aan het transportvoertuig stoten. Het trans-
portvoertuig en de graafmachine kunnen beschadigd worden.
Bovenwagen 180° draaien, zodat de voorbouwapparatuur naar het achterdek van het transportvoertuig wijst.
Om de graafmachine veilig te bevestigen voor het transport moeten de in de afbeelding weergegeven bevesti-
gingspunten worden gebruikt.
34
Bergen, laden en transport