Instelling
Beschrijving
Order Settings
Alleen actief als Test Orders (Testopdrachten) is ingeschakeld.
(Opdrachtinstellingen)
Als Force Order (Opdracht forceren) wordt uitgeschakeld, kan een test zelfs worden uitgevoerd als er geen communicatie
met de host beschikbaar is of als er geen boekopdracht is gekoppeld aan de ingevoerde monster-ID. Force Order (Opdracht
forceren) is standaard uitgeschakeld.
Debug Logging
Debug loggen kan alleen worden ingeschakeld/uitgeschakeld als de gebruiker beheerdersrechten heeft of een
(Debug loggen)
servicetechnicus is. Met deze functie kunt u specifieke HL7-debugmeldingen loggen voor HIS/LIS-uploads.
Opmerking: Het wordt sterk aangeraden om loggen uitsluitend in te schakelen voor analyses tijdens installatie. Schakel de
functie daarna weer uit.
7.2.
Configuratie van assaynaam
De weergegeven assaynaam in het HIS/LIS kan verschillen van de weergegeven assaynaam in de QIAstat-Dx Analyzer 2.0.
Voordat HIS/LIS-functies worden gebruikt, moet het volgende proces voor bevestiging/correctie van assaynamen worden
uitgevoerd.
1. Druk op de knop Options (Opties) en vervolgens op de knop Assay Management (Assaybeheer) om naar het scherm
Assay Management (Assaybeheer) te gaan. Beschikbare assays worden vermeld in de eerste kolom van het inhoudsveld.
2. Selecteer de assay in het menu Available Assays (Beschikbare assays).
3. Selecteer de optie LIS assay name (Assaynaam LIS). Standaard moet de assaynaam hetzelfde zijn voor de QIAstat-Dx
Analyzer 2.0 en het HIS/LIS. Als de assaynaam in het HIS/LIS anders is, moet deze worden gecorrigeerd zodat hij
overeenkomt met de naam op de QIAstat-Dx Analyzer 2.0. Corrigeer de assaynaam met behulp van het tekstveld voor
invoer van de LIS-assaynaam en druk op de knop Save (Opslaan).
7.3.
Een testopdracht aanmaken met hostconnectiviteit
Wanneer Host Communication (Communicatie met host) en Test Orders (Testopdrachten) zijn ingeschakeld, kunnen
testopdrachten voorafgaand aan een testrun worden gedownload van de host. Door de monster-ID te scannen of in te voeren,
wordt de testopdracht automatisch bij de host opgehaald.
7.3.1. Configuratie van de QIAstat-Dx Analyzer 2.0 met hostconnectiviteit
1. Druk op de knop Options (Opties) en vervolgens op de knop System Configuration (Systeemconfiguratie).
2. Selecteer HIS/LIS in de lijst met Settings (Instellingen) in de linker kolom.
3. Schakel Host Communication (Communicatie met host) in en configureer de Host Settings (Host-instellingen) met de
hostgegevens. Druk op de knop Check connectivity (Connectiviteit controleren) om de verbinding te controleren.
4. Schakel Test Orders (Testopdrachten) in en configureer de Order Settings (Opdrachtinstellingen). Er zijn twee manieren
om met testopdrachten te werken: met Force Order (Opdracht forceren) ingeschakeld of uitgeschakeld. Wanneer Force
Order (Opdracht forceren) is ingeschakeld, heeft de gebruiker geen toestemming om de test verder uit te voeren als de
testopdracht niet met succes bij de host is opgehaald. Wanneer Force Order (Opdracht forceren) is uitgeschakeld, kan
de gebruiker doorgaan met het uitvoeren van de test, zelfs wanneer de testopdracht niet is opgehaald of niet bestaat bij
de host. Er verschijnt een pop-upvenster om de gebruiker te waarschuwen.
7.3.2. Een test uitvoeren op basis van een testopdracht
1. Druk op de knop
Run Test (Test uitvoeren) in de rechterbovenhoek van het scherm Main (Hoofd).
2. Wanneer u erom wordt gevraagd, scant u de barcode van de monster-ID met behulp van de barcodelezer die in de
Operational Module is geïntegreerd (afbeelding 85).
Gebruiksaanwijzing van QIAstat-Dx Analyzer 2.0 01/2024
93