Inhoudsopgave
Advertenties
Tabel 15. Instellingen voor intervallen voor externe controles
Instelling
Interval type (Intervaltype)
EC interval in days
(EC-interval in dagen)
EC interval in test
(EC-interval in tests)
5. Selecteer EC Samples (EC-monsters) om monsters toe te voegen of te bewerken die worden gebruikt in een externe
controletest. Om een nieuw EC-monster toe te voegen, drukt u op Add new Sample (Nieuw monster toevoegen) en ga
dan verder met de configuratie in de rechter kolom (afbeelding 78). Om een EC-monster te bewerken, selecteert u een
bestaand monster uit de middelste kolom en gaat u door met de configuratie in de rechter kolom.
Opmerking: het wordt aanbevolen om een geschikte naam van het EC-monster te specificeren die informatie bevat over
de versie van het EC-monster of vergelijkbare informatie die is afgedrukt op de respectievelijke buis.
Afbeelding 78. Het scherm External Control EC Samples (Externe controles EC-monsters).
Tabel 16. Instellingen voor Externe controles EC-monsters
Instelling
Beschrijving
Sample Active
Schakelt het monster in zodat deze kan worden geselecteerd in de externe controletestopstelling.
(Monster actief)
Sample Name
Definieert de naam van het monster, waarmee het monster geïdentificeerd wordt.
(Naam van het monster)
Assay
Een EC-monster is gekoppeld aan een assay. Een assay kan worden geselecteerd uit een lijst met alle geïnstalleerde
assays.
Configureren
Nadat er een assay is geselecteerd, worden alle analyten geladen die aan die assay zijn gekoppeld. Voor elke analyt kan
worden geconfigureerd of deze al dan niet in aanmerking moet worden genomen voor de externe controlerun en of de
analyt naar verwachting zal worden gedetecteerd.
6. Selecteer Configure om de analyten in een externe controletest te bewerken (afbeelding 78). In de externe controle-EC-
monsterconfiguratie kan worden bepaald of een analyt in aanmerking moet worden genomen voor de externe controle-
EC-run en of er een detectie wordt verwacht (afbeelding 79).
Opmerking: Er moet ten minste één analyt in aanmerking worden genomen om de configuratie-instellingen op te slaan.
Gebruiksaanwijzing van QIAstat-Dx Analyzer 2.0 01/2024
Beschrijving
Het intervaltype bepaalt of er een externe controletest moet worden uitgevoerd na een bepaald aantal days (dagen), of
er een test moet worden uitgevoerd na een bepaald aantal tests , (testen) of er een test moet worden uitgevoerd bij
iedere nieuwe cartridge lot (cartridgebatch) die wordt gebruikt.
Definieert het aantal dagen waarna er een externe controletest moet worden uitgevoerd.
Alleen actief als het intervaltype is ingesteld op "days" (dagen).
Definieert het aantal tests waarna er een externe controletest moet worden uitgevoerd.
Alleen actief als het intervaltype is ingesteld op "tests".
84
Advertenties
Inhoudsopgave
