6.7.7. Netwerk delen
Met de optie Network Share (Netwerk delen) selecteert u gedeelde netwerken. Met de QIAstat-Dx Analyzer 2.0 gebruikt u
gedeelde netwerken met een SMB-protocol versie 2 en 3. Overleg met uw IT-team om te bespreken of dit protocol wordt
ondersteund door uw lokale IT-infrastructuur. Gedeelde netwerken kunnen worden geselecteerd als opslaglocatie voor back-
ups en automatisch archiveren.
Volg de onderstaande stappen om een gedeeld netwerk van de QIAstat-Dx Analyzer 2.0 toe te voegen:
4. Druk op de knop Options (Opties) en vervolgens op de knop System Configuration (Systeemconfiguratie).
5. Selecteer Netwerk Share (Netwerk delen) uit de instellingenlijst in de linkerkolom.
6. Druk op de knop Add new share (Nieuw gedeeld netwerk toevoegen) (afbeelding 68).
Afbeelding 68. Een gedeeld netwerk toevoegen.
7. Selecteer en definieer de opties in tabel 11 volgens de instructies van de netwerkbeheerder.
Tabel 11. Instellingen van gedeeld netwerk
Optie
Local Alias (Lokale naam)
IP address (IP-adres)/Server
name (Servernaam)
Share name (Deelnaam)
Folder (Map)
Domain name (Domeinnaam)
User name (Gebruikersnaam)
Password (Wachtwoord)
Check connectivity (Verbinding
testen)
Remove Share (Gedeeld netwerk
verwijderen)
Opmerking: Als bepaalde speciale tekens (bijv. \ ) ontbreken in de huidige toetsenbordindeling, schakelt u de
toetsenbordindeling via de ID-knop onderaan naar Engels en vindt u daar alle speciale tekens.
Gebruiksaanwijzing van QIAstat-Dx Analyzer 2.0 01/2024
Beschrijving
Definieert een naam die gebruikt wordt om het gedeelde netwerk te selecteren in andere menu's van de applicatie
(bijv. het opslaan van een back-up)
Definieert de server of het IP-adres ervan dat het gedeelde netwerk host.
Definieert de naam van het gedeelde netwerk.
Definieert een pad naar een specifieke map in het gedeelde netwerk. Een pad gebruikt '/' (zonder aanhalingstekens)
om mapnamen te onderscheiden (bijv. "map/submap").
Definieert het domein waaraan de server die het gedeelde netwerk host, is toegewezen.
Definieert de gebruikersnaam die gebruikt wordt om verbinding te maken met het gedeelde netwerk. Let op: de
gebruiker heeft bepaalde rechten nodig om naar het gedeelde netwerk te kunnen schrijven.
Definieert het wachtwoord dat gebruikt wordt om de gebruikersnaam te authenticeren.
Test of er een verbinding met het gedeelde netwerk tot stand kan worden gebracht. Een pop-up met de resultaten van
de verbindingstest wordt weergegeven.
Verwijdert het geconfigureerde gedeelde netwerk.
Opmerking: Deze knop is alleen zichtbaar wanneer een bestaand gedeeld netwerk aangepast wordt.
75