2. Selecteer de te beheren gebruiker in de lijst in de linkerkolom van het inhoudsveld (afbeelding 51).
Afbeelding 51. Gebruikers selecteren en beheren.
3. Selecteer en bewerk de volgende opties indien nodig:
User Name (Gebruikersnaam): Hiermee kunt u de gebruikersnaam bekijken.
Password (Wachtwoord): Hiermee kan het wachtwoord voor de betreffende gebruiker worden gewijzigd.
Een wachtwoord moet uit 6-15 tekens bestaan 0-9, a-z, A-Z en het volgende speciale teken: _ [ ] ; ' \ , . / - = ~ ! @ # $
% ^ & * ( ) + { } : " | < > ?,<spatie>.
User Active (yes/no) (Gebruiker actief (ja/nee)): Hiermee kan worden gewijzigd of de gebruiker actief is of niet.
Inactieve gebruikers mogen niet inloggen of acties uitvoeren op het systeem.
Assign User Profile (Gebruikersprofiel toewijzen): Hiermee kan een ander gebruikersprofiel aan de betreffende gebruiker
worden toegewezen (bijv. Administrator (Beheerder), Laboratory Supervisor (Laboratoriumsupervisor), Advanced User
(Geavanceerde gebruiker), Basic User (Basisgebruiker)). Selecteer het juiste gebruikersprofiel in de lijst aan de
rechterkant van het inhoudsveld (afbeelding 52).
Afbeelding 52. Gebruikersprofielen toewijzen aan gebruikers.
Gebruiksaanwijzing van QIAstat-Dx Analyzer 2.0 01/2024
59