Afbeelding 67. De netwerkinstellingen configureren.
3. Selecteer en definieer de opties in tabel 10 volgens de instructies van de netwerkbeheerder.
Tabel 10. Netwerkinstellingen
Optie
Automatic IP (DHCP)
(Automatisch IP-adres (DHCP))
Obtain IPv4 DNS address
automatically (Verkrijg
automatisch een IPv4 DNS-adres)
Preferred IPv4 DNS Server
(Voorkeur-IPv4 DNS-server)
Alternate IPv4 DNS Server
(Alternatieve IPv4 DNS-server)
Obtain IPv6 DNS address
automatically (Verkrijg
automatisch een IPv6 DNS-adres)
Preferred IPv6 DNS Server
(Voorkeur-IPv6 DNS-server)
Alternate IPv6 DNS Server
(Alternatieve IPv6 DNS-server)
Use IPv4 (Gebruik IPv4)
IPv4 address
Subnet mask
Default Gateway
(Standaardgateway)
Use IPv6 (Gebruik IPv6)
IPv6 address
Subnet Prefix Length
(Lengte van het subnetprefix)
Enable Shell
(Shell inschakelen)
Enable CUPS (CUPS inschakelen)
Gebruiksaanwijzing van QIAstat-Dx Analyzer 2.0 01/2024
Beschrijving
Hiermee kan het apparaat het IP-adres van het netwerk met behulp van DHCP verkrijgen. Het submenu DNS Settings
(DNS-instellingen) is alleen actief als "Automatic IP (DHCP)" is ingeschakeld.
Hiermee kan het instrument de IPv4 DNS-configuratie van het netwerk verkrijgen met behulp van DHCP. Deze optie
is alleen actief als "Automatic IP (DHCP)" is ingeschakeld.
Definieert de primaire IPv4 DNS-server. Deze optie vindt u in de DNS-instellingen of in de IPv4-instellingen.
Definieert de secundaire IPv4 DNS-server. Deze optie vindt u in de DNS-instellingen of in de IPv4-instellingen.
Hiermee kan het instrument de IPv6 DNS-configuratie van het netwerk verkrijgen met behulp van DHCP. Deze optie
is alleen actief als "Automatic IP (DHCP)" is ingeschakeld.
Houd er rekening mee dat het mogelijk is dat meerdere IPv6-adressen tegelijkertijd door het netwerk worden toegewezen.
Definieert de primaire IPv6 DNS-server. Deze optie vindt u in de DNS-instellingen of in de IPv6-instellingen.
Definieert de secundaire IPv6 DNS-server. Deze optie vindt u in de DNS-instellingen of in de IPv6-instellingen.
Maakt het gebruik van het IPv4-protocol mogelijk. Deze optie is alleen actief als "Automatic IP (DHCP)" is ingeschakeld. Het
submenu IPv4 Settings (IPv4-instellingen) is alleen actief als "Use IPv4" (IPv4 gebruiken) is ingeschakeld.
Definieert het handmatig geconfigureerde IPv4-adres van de Operational Module.
Definieert het IPv4-subnetmasker.
Definieert de IPv4- of IPv6-standaardgateway.
Maakt het gebruik van het IPv6-protocol mogelijk. Deze optie is alleen actief als "Automatic IP (DHCP)" is ingeschakeld. Het
submenu IPv6 Settings (IPv6-instellingen) is alleen actief als "Use IPv6" (IPv6 gebruiken) is geactiveerd.
Definieert het handmatig geconfigureerde IPv6-adres van de Operational Module.
Definieert de lengte van het IPv6-subnetprefix.
Maakt de tijdelijke verbinding via Shell met het apparaat mogelijk. Deze optie is uitsluitend voorbehouden aan
servicetechnici van QIAGEN.
Maakt tijdelijke toegang tot de CUPS-webinterface van het apparaat mogelijk.
74