6.7.5. Afdrukinstellingen
De optie Printer settings (Afdrukinstellingen) maakt selectie van de systeemprinter mogelijk. De QIAstat-Dx Analyzer 2.0 maakt
gebruik van netwerkprinters of printers verbonden met de Operational Module mogelijk via de USB-poorten aan de achterkant
van het instrument.
Volg de onderstaande stappen om de afdrukinstellingen van de QIAstat-Dx Analyzer 2.0 aan te passen:
6. Druk op de knop Options (Opties) en vervolgens op de knop System Configuration (Systeemconfiguratie).
7. Selecteer Printer in de instellingenlijst in de linkerkolom.
8. Selecteer een printer in de lijst met beschikbare printers (afbeelding 66).
Afbeelding 66. Een systeemprinter selecteren.
Raadpleeg bijlage 12.1 voor meer informatie over het installeren en verwijderen van USB- of netwerkverbonden printers.
6.7.6. Netwerkinstellingen
De optie Network (Netwerk) maakt het mogelijk om de QIAstat-Dx Analyzer 2.0 op een netwerk aan te sluiten, waarbij deze
toegang krijgt tot netwerkprinters, en biedt connectiviteit met de HIS/LIS en QIAsphere Base. Neem contact op met de
netwerkbeheerder voor informatie over het configureren van de netwerkinstellingen.
Opmerking: Wijzig de netwerkinstellingen niet terwijl er een testrun bezig is.
Volg deze stappen om de netwerkinstellingen te definiëren:
1. Druk op de knop Options (Opties) en vervolgens op de knop System Configuration (Systeemconfiguratie).
2. Selecteer Netwerk (Netwerk) uit de instellingenlijst in de linkerkolom (afbeelding 67).
Gebruiksaanwijzing van QIAstat-Dx Analyzer 2.0 01/2024
73