d Het aanraakscherm gebruiken
3 Instellingen voor aanraakbediening
Aandachtspunten bij bediening via het aanraakscherm
Het LCD-scherm is niet drukgevoelig; gebruik dus geen scherpe
voorwerpen zoals uw nagel of een balpen op het scherm.
Bedien het aanraakscherm niet met natte vingers.
Als het LCD-scherm nat is of als u het met natte vingers bedient,
reageert het aanraakscherm misschien niet op uw aanraking of
functioneert het niet meer goed. Schakel in dergelijke gevallen de
camera uit en veeg het LCD-scherm af met een doekje.
Plak geen beschermfolie (in de handel verkrijgbaar) of stickers op het
LCD-scherm. Hierdoor kan het scherm trager op aanrakingen reageren.
Als u het scherm snel aanraakt wanneer [Gevoelig] is ingesteld, kan het
zijn dat het scherm trager op de aanraking reageert.
52
Selecteer de optie
1
[Aanraakbediening].
Selecteer op het tabblad [53] de
optie [Aanraakbediening] en druk
vervolgens op <0>.
Stel de aanraakbediening in.
2
Selecteer de gewenste instelling en
druk op <0>.
[Standaard] is de normale instelling.
[Gevoelig] zorgt voor een betere
aanraakreactie dan [Standaard].
Probeer beide instellingen uit en
selecteer de instelling die u
prefereert.
Met [Deactiveren] kunt u de
bediening via het aanraakscherm
uitschakelen.