Video
Dit hoofdstuk beschrijft functies die betrekking hebben op het
opnemen van films, waaronder opnemen, afspelen, menuopties en
bewerking van afspeellijsten en scènes.
Elementaire opnamefuncties
Video opnemen
1
Zet het programmakeuzewiel op
2
Schakel de camcorder in.
Standaard worden films opgenomen
op de harde schijf. U kunt echter ook
de geheugenkaart selecteren als
opnamemedium voor films (
Start/Stop
3
Druk op
opnemen te beginnen.
• De opname wordt gestart; druk
nogmaals op
pauze wilt inlassen.
• U kunt ook op
draadloze afstandsbediening
drukken.
32
31).
om met
Start/Stop
als u een
START/STOP
van de
N
ADAT U KLAAR BENT MET OPNEMEN
1 Overtuig u ervan of de ACCESS-
indicator uit staat.
2 Zet de camcorder uit.
3 Sluit het LCD-paneel.
BELANGRIJK
• Houd u aan de voorschriften hieronder
als de ACCESS-indicator brandt of
knippert. Anders kunt u uw gegevens
voorgoed kwijtraken of kan de harde
schijf/geheugenkaart beschadigd raken.
- Stel de camcorder niet bloot aan
trillingen of stoten.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Ontkoppel de stroombron niet en zet
de camcorder niet uit.
- Wijzig de stand van het
programmakeuzewiel niet.
• Zorg ervoor dat u regelmatig backups
van uw opnamen maakt (
.
na het maken van belangrijke opnamen.
Canon is niet aansprakelijk voor
gegevensverlies of beschadigde
gegevens.
OPMERKINGEN
• Over de stroombesparingsstand: Bij gebruik
van de accu schakelt de camcorder
zichzelf automatisch uit als er vijf
minuten lang geen
bedieningshandelingen zijn verricht. Dit
wordt gedaan om stroom te besparen
(
96). Druk op
camcorder aan te zetten.
80), vooral
ON/OFF
om de