Bijlage D. Opstartblokimage herstellen
De instructies in dit gedeelte dienen uitsluitend te worden uitgevoerd onder toezicht van de IBM Technische Dienst.
Gebruik deze instructies alleen in geval van een stroomstoring tijdens een software-update.
Lees voordat u verdergaat met deze instructies eerst "Veiligheidsvoorschriften" op pagina v.
CompactFlash-kaart maken voor herstel van het opstart-
blok
Lees voordat u verdergaat met deze instructies eerst
"Veiligheidsvoorschriften" op pagina v.
Voer deze instructies uitsluitend uit op een goed
werkende thin client:
1. Voer stappen 1 tot en met 4 in "De logische eenheid
verwijderen" op pagina 53 uit.
2. Als er al een CompactFlash-kaart was geïnstalleerd,
verwijdert u deze voorzichtig uit de kaartsleuf. Als
er geen CompactFlash-kaart was geïnstalleerd, gaat u
verder met stap 3.
3. Schuif voorzichtig een lege CompactFlash-kaart in de
sleuf voor de flashkaart. Deze CompactFlash-kaart is
bestemd voor herstelprocedures.
Meer informatie over CompactFlash-kaarten vindt u
in "Bijlage C. CompactFlash-kaart" op pagina 55.
4. Verplaats de jumpers op de koppen A en B naar
configuratie 2 .
5. Sluit het netsnoer weer aan op de logische eenheid.
6. Zet de thin client aan en wacht totdat het systeem-
lampje groen oplicht.
Als het systeemlampje oranje wordt, is er geen image
gemaakt. Herhaal de procedure met een andere
CompactFlash-kaart.
7. Zet de thin client uit.
8. Verwijder de CompactFlash-kaart voor herstel.
9. Zet de jumpers terug in de standaardconfiguratie
1 .
10. Als u in stap 2 een CompactFlash-kaart hebt
verwijderd, plaats u deze terug in de sleuf voor de
flash-kaart. Als u bij stap 2 niet een CompactFlash-
kaart hebt verwijderd, ga dan verder met stap 11.
11. Voer de stappen uit in "De thin client opnieuw in
elkaar zetten" op pagina 54.
12. Ga verder met "Het opstartblok van de
CompactFlash-kaart voor herstel flashen" op
pagina 58.
© Copyright IBM Corp. 2000
57