Opstartvolgorde
Hieronder vindt u een normale reeks van gebeurtenissen die plaatsvinden tijdens
de opstartprocedure van de NetVista thin client. Als een van deze gebeurtenissen
niet plaatsvindt, raadpleegt u "Hardwareproblemen oplossen" op pagina 39.
1. De volgende apparaten vertonen LED-signalen:
2. De volgende interne hardwarecomponenten worden geïnitialiseerd:
3. Het IBM NetVista thin client-scherm wordt nu afgebeeld op het beeldscherm.
4. Een van de volgende situaties treedt op:
Raadpleeg de volgende gedeelten voor meer informatie over het werken met de
NetVista thin client:
v "Thin Client configureren" op pagina 9
v "Thin Client Service en Operations Utilities installeren" op pagina 13
v "Werken met de Thin Client Manager Operations Utility" op pagina 17
1. Raadpleeg de documentatie bij uw beeldscherm als er geen lampje gaat branden.
2. Raadpleeg de documentatie bij uw USB-apparatuur als er geen lampje gaat branden.
© Copyright IBM Corp. 2000
v Logische eenheid (systeem-LED en de LED voor de netwerkstatus)
v Netvoeding
v Toetsenbord
1
v Beeldscherm
2
v USB-apparaten
v Geheugen
v L1-cache
v Videogeheugen
v Toetsenbordcontroller
v De Thin Client Express Setup Utility. De Setup Utility verschijnt in een van
de volgende situaties:
– U hebt de NetVista thin client voor de eerste keer gestart.
– U hebt eerder de NetVista thin client teruggezet naar de fabrieksin-
stellingen.
Raadpleeg "Thin Client configureren" op pagina 9 voor meer informatie over
het voltooien van de Setup Utility.
v De NetVista thin client herkent de CompactFlash-kaart en laadt het
besturingssysteem in het geheugen.
v De in de Configuration Tool opgegeven interface wordt nu afgebeeld. De
interface kan bestaan uit:
– Een of meer toepassingen
– Een startbalk met een of meer toepassingen
v Een scherm met de melding dat de opstartprocedure tussentijds is onderbro-
ken. Als de opstartprocedure tussentijds wordt onderbroken, raadpleegt u
"Hardwareproblemen oplossen" op pagina 39.
7