De backup van de configuratiebestanden behorend bij het opgegeven MAC-
adres wordt in de juiste directory gezet.
7. Klik op Set Path om de directory op te geven waarin de configuratie-
bestanden zich bevinden.
8. Kies of u een corresponderende (corresponding) of algemene (common)
backup wilt uitvoeren:
Corresponding
Bij een dergelijke backup worden de configuratiebestanden teruggezet
naar het werkstation waar de backup is gemaakt. De directory met de
configuratiebestanden komt overeen met het MAC-adres van het doel-
werkstation.
Voer een corresponderende backup uit na een flash-update om de
configuratiebestanden terug te zetten vanaf de server.
Common
Bij een dergelijke backup worden de configuratiebestanden teruggezet
naar andere werkstations dan waarop de backup is gemaakt. Selecteer het
MAC-adres van het werkstation waarvan u de configuratiebestanden wilt
terugzetten naar de geselecteerde werkstations.
Op deze manier kunt u de configuratie van een werkstation klonen naar
vele andere werkstations.
9. Klik op Finish.
10. In de taakwerkbalk klikt u op het pictogram Shut Down or Reboot:
11. In het venster Shut Down or Reboot selecteert u Reboot.
12. Klik op Finish.
De configuratiebestanden worden teruggezet zodra het werkstation opnieuw
is opgestart.
Als u het beheerderswachtwoord, de SNMP-groepsnamen of de toegang van een
werkstation tot de Configuration Tool opnieuw wilt instellen, moet u dat doen
voor of na het maken of terugzetten van een backup van de configuratiebestanden.
Informatie over het instellen van een beheerderswachtwoord en SNMP-
groepsnamen vindt u bij "Machtigingen voor toegang op afstand wijzigen". Infor-
matie over het verlenen of weigeren van toegang tot de Configuration Tool voor
een werkstation vindt u bij "Toegang tot de Configuration Tool verlenen of weige-
ren voor een werkstation" op pagina 26.
Machtigingen voor toegang op afstand wijzigen
Als u de machtiging voor toegang op afstand wilt wijzigen voor een bepaald werk-
station, gaat u als volgt te werk:
1. In de lijst van werkstations selecteert u het werkstation waarvan u de machti-
ging voor toegang op afstand wilt wijzigen.
2. In de taakwerkbalk klikt u op het pictogram Change Remote Access
Authorization:
Werken met de Thin Client Manager Operations Utility
25