1. In de lijst van werkstations selecteert u het werkstation waarvoor u de FTP-
2. In de taakwerkbalk klikt u op het pictogram Stop or Start FTP Daemon:
3. Via het venster Stop or Start FTP Daemon kiest u of u de FTP-daemon wilt
4. Klik op Finish.
Afhankelijk van de gemaakte keuze wordt de FTP-daemon nu gestopt of gestart.
Telnet-daemon stoppen of starten
U kunt als volgt de Telnet-daemon stoppen of starten:
1. In de lijst van werkstations selecteert u het werkstation waarvoor u de Telnet-
2. In de taakwerkbalk klikt u op het pictogram Stop or Start Telnet Daemon:
3. Via het venster Stop or Start Telnet Daemon kiest u of u de Telnet-daemon
4. Klik op Finish.
Afhankelijk van de gemaakte keuze wordt de Telnet-daemon nu gestopt of gestart.
Waking on LAN
Voordat u met de Operations Utility een taak kunt uitvoeren voor een werkstation,
dient u ervoor te zorgen dat het werkstation is aangezet. Een manier om dit te
doen is met behulp van een WOL-taak (Wake On LAN).
u kunt als volgt een werkstation aanzetten met behulp van een WOL-taak:
1. In de lijst van werkstations selecteert u het werkstation dat u wilt aanzetten
2. Op de werkbalk voor de lijst van werkstations klikt u op Refresh Workstation
3. In de taakwerkbalk klikt u op het pictogram Wake On LAN:
4. In het Wake On LAN-venster klikt u op Finish.
Na het opnieuw opstarten van het werkstation is de WOL-functie actief voor het
werkstation.
28
daemon wilt stoppen of starten.
stoppen of starten voor het geselecteerde werkstation.
daemon wilt stoppen of starten.
wilt stoppen of starten voor het geselecteerde werkstation.
met een WOL-taak.
Status.
Als het actieve werkstation een NetVista Thin Client is, vraagt de Operations
Utility het MAC-adres van het werkstation en slaat het vervolgens op.