de meeste taken uit te voeren met de Operations Utility. Er zijn SNMP-
groepsnamen met de bevoegdheid Alleen lezen en er zijn groepsnamen met zowel
een lees- als schrijfbevoegdheid.
Standaard luidt op een N2200e-client de naam van een SNMP-groep met alleen
leesbevoegdheid public. Een SNMP-groep met leesbevoegdheid en de naam
public houdt in dat iedereen met toegang tot een SNMP-agent of browser toegang
heeft tot dat werkstation.
Er is een standaardnaam ingesteld voor de SNMP-groep met lees- en schrijf-
bevoegdheid. Hierdoor wordt de eerste installatie van de Operations Utility zo snel
en eenvoudig als mogelijk is.
Attentie: Ter verkleining van het beveiligingsrisico van uw netwerk, doet u er bij
het eerste gebruik van de Operations Utility verstandig aan de naam te wijzigen
van de SNMP-groep met lees- en schrijfbevoegdheid. Informatie over het wijzigen
van de naam van een SNMP-groep met lees- en schrijfbevoegdheid vindt u bij
"Machtigingen voor toegang op afstand wijzigen" op pagina 25.
Omdat beheerderswachtwoorden en SNMP-groepsnamen geen onderdeel uitmaken
van de configuratiebestanden, worden deze dan ook niet opgeslagen op de
CompactFlash-kaart. In plaats daarvan worden deze wachtwoorden en namen
opgeslagen in het NVRAM (Nonvolatile Random Access Memory). Al gevolg
hiervan wordt bij het opstarten van een werkstation vanaf een V2R1-systeem het
beheerderswachtwoord en de SNMP-groepsnamen van het werkstation overschre-
ven met de V2R1 Network Station Manager-instellingen.
Werken met de lijst van werkstations
In de lijst van werkstations worden zowel afzonderlijke werkstations als groepen
werkstations afgebeeld. Voor elk werkstation of groep werkstations wordt in de
Operations Utility de volgende informatie afgebeeld:
v Een naam met daarin de volgende informatie:
– IP-adres
– Hostnaam
– MAC-adres
v Contextgevoelige Help met de volgende informatie:
– Modelnummer
– Release-versie
– Of het werkstation is aan- of uitgezet
– Of Thin Client Express actief is
v Een afbeelding waarmee aanvullende informatie wordt gegeven over het werk-
station. Een lijst van mogelijke afbeeldingen en de bijbehorende verklaringen
vindt u bij Tabel 2.
Tabel 2. Afbeeldingen in lijst van werkstations
Afbeelding
Geen reactie op PING-opdracht
Onjuiste reactie op PING-opdracht (er is geen reactie op SNMP-
opdrachten ontvangen of het werkstation is niet een IBM NetVista Thin
Client)
Werken met de Thin Client Manager Operations Utility
Verklaring
19