Hierdoor wordt de selectie van het item opgeheven en is er niets
meer geselecteerd in de lijst.
2. Op de werkbalk voor de lijst van werkstations klikt u op Add Workstation or
Group om het venster Add Workstation or Group te openen.
3. Geef aan of u een enkel werkstation, een bereik van IP-adressen of de naam
van een groep werkstations wilt toevoegen.
Geef bij elke optie SNMP-groepsnamen (met leesbevoegdheid of lees- en schrijf-
bevoegdheid) op om ervoor te zorgen dat het mogelijk is de meeste taken uit te
voeren met de Operations Utility. Meer informatie over SNMP-groepsnamen
vindt u bij "Wachtwoorden en SNMP-groepsnamen" op pagina 18.
4. Klik op OK.
Het werkstation of de groep verschijnt nu in de lijst van werkstations.
Werkstation of groep verwijderen
Als u een werkstation of groep wilt verwijderen, gaat u als volgt te werk:
1. In de lijst van werkstations selecteert u het werkstation of de groep die u wilt
verwijderen.
2. Op de werkbalk voor de lijst van werkstations klikt u op Remove Workstation
or Group.
3. Zodra het bevestigingsvenster verschijnt, klikt u op Yes.
Opmerking: U kunt de bevestigingsvensters uitschakelen door het opheffen
van de selectie van Confirm Removes in het menu Options.
Het werkstation of de groep verdwijnt nu uit de lijst van werkstations.
Werkstation of groep afbeelden of bewerken
De eigenschappen die u kunt wijzigen met de functie Display or Edit Workstation
or Group vindt u alleen gewijzigd terug in het werkstationprofiel. Deze eigen-
schappen veranderen niet op het werkstation zelf.
Als u een werkstation of groep wilt afbeelden of bewerken, gaat u als volgt te
werk:
1. In de lijst van werkstations selecteert u het werkstation of de groep die u wilt
afbeelden of bewerken.
2. Op de werkbalk voor de lijst van werkstations klikt u op Display or Edit
Workstation or Group om het venster Display or Edit Workstation or Group
te openen.
3. Indien nodig brengt u wijzigingen aan in de werkstationinstellingen.
4. Klik op OK.
Werkstationstatus vernieuwen
In de lijst van werkstations wordt met afbeeldingen de status van de werkstations
aangegeven. Een lijst van mogelijke afbeeldingen en de bijbehorende verklaringen
vindt u bij Tabel 2 op pagina 19.
Als u de status van een werkstation wilt verversen, gaat u als volgt te werk:
1. In de lijst van werkstations selecteert u het werkstation waarvan u de status
wilt vernieuwen.
2. Op de werkbalk voor de lijst van werkstations klikt u op Refresh Workstation
Status.
Bij het vernieuwen van de status van de werkstations zoekt de Operations Utility
contact met de geselecteerde werkstations om te controleren of deze actief zijn.
Werken met de Thin Client Manager Operations Utility
21