Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Flash-Image Bijwerken Vanaf Een Andere Thin Client; Een Herstelbestand Maken Op De Flash-Startende Thin Client - IBM NetVista N2200e Handboek

Verberg thumbnails Zie ook voor NetVista N2200e:
Inhoudsopgave

Advertenties

Nadat de server de CompactFlash-kaart heeft bijgewerkt, wordt de thin client
opnieuw opgestart en verschijnt de Configuration Tool. Hierin brengt u de noodza-
kelijke wijzigingen aan voor uw configuratie en klikt u op Save and Restart.
Meer informatie over de Setup Utility vindt u bij "Configuratie van de thin client
met behulp van de Setup Utility" op pagina 9.

De flash-image bijwerken vanaf een andere thin client

Met flash-herstel vanaf peer wordt de flash-image van een thin client bijgewerkt op
basis van de flash-image van een andere thin client. Om op deze manier de inhoud
van een CompactFlash-kaart bij te werken, dient u te beschikken over een thin
client van het type N2200e, met een werkende NetVista Thin Client Express
CompactFlash-kaart. De client met de werkende CompactFlash-kaart wordt de
flash-startende thin client genoemd. De client met de bij te werken CompactFlash-
kaart wordt de peer-startende thin client genoemd.
Voer herstel van de CompactFlash-kaart vanaf een peer client alleen uit onder de
volgende omstandigheden:
v De gewenste flash-image is niet beschikbaar op de server met opstartbestanden.
v De gewenste flash-image is wel beschikbaar op de server met opstartbestanden,
maar de verbinding van de thin client met de server loopt via een traag WAN
(Wide Area Network).
v De CompactFlash-kaart op de flash-startende thin client is wat betreft taal- en
geheugeninstellingen compatibel met de CompactFlash-kaart op de peer-
startende thin client.
Flash-herstel vanaf peer behelst de volgende stappen:
1. Het maken van een herstelbestand op de flash-startende thin client. Meer infor-
matie over deze stap vindt u bij "Een herstelbestand maken op de flash-
startende thin client".
2. Het bijwerken van de image op de peer-startende thin client. Meer informatie
over deze stap vindt u bij "De flash-image op een peer-startende thin client
bijwerken" op pagina 36.
3. Het verwijderen van het herstelbestand op de flash-startende thin client. Meer
informatie over deze stap vindt u bij "Het herstelbestand verwijderen van de
flash-startende thin client" op pagina 36.

Een herstelbestand maken op de flash-startende thin client

De eerste stap bij het uitvoeren van flash-herstel vanaf een peer client bestaat uit
het maken van een herstelbestand op de flash-startende thin client. U kunt als
volgt een herstelbestand maken:
1. Zet de flash-startende thin client aan.
2. U kunt de Configuration Tool oproepen met de volgende toetscombinatie op de
linkerkant van het toetsenbord: Shift + Ctrl + Alt. Houd de toetsen een paar
seconden ingedrukt, totdat de Configuration Tool wordt gestart.
3. Voeg met de Configuration Tool een pictogram voor een Advanced
Diagnostics-sessie toe aan de startbalk. Informatie over het gebruik van de
Configuration Tool vindt u bij "Configuratie van de thin client met behulp van
de Configuration Tool" op pagina 11.
4. Klik op Save and Restart om de thin client opnieuw te configureren.
5. Zodra de thin client opnieuw is gestart, dubbelklikt u op het zojuist aan de
startbalk toegevoegde pictogram voor Advanced Diagnostics.
6. Op de Advanced Diagnostics-opdrachtaanwijzing typt u de volgende opdracht:
De flash-image op een CompactFlash-kaart herschrijven
35

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave