voorbereid. Deze gaat vanzelf naar een stand-
bymodus en wordt automatisch op het gekozen
begintijdstip voor opname weer ingeschakeld.
3.3. Bedieningselementen van het apparaat
Als de MiniScreen met een pc verbonden of weer
uitgetrokken wordt, dan schakelt deze vanzelf in of uit.
Metingen worden m.b.v. de interne klok automatisch
door het apparaat gestart. Er kunnen maximaal acht
opnames worden geprogrammeerd.
Opmerking: indien nodig kan de MiniScreen door
langer (min. één seconde) op de startknop te drukken
vóór het geprogrammeerde tijdstip worden ingescha-
keld. Door zeer lang (langer dan 7 seconden) op de
startknop te drukken kan de MiniScreen worden
uitgeschakeld.
Met de accuknop kan de laadtoestand van de inge-
bouwde accu worden weergegeven. Let op: deze
knop functioneert alleen bij uitgeschakeld apparaat.
Als het apparaat met de pc is verbonden, dan moet
het vóór het opvragen van de accutoestand van de pc
worden losgekoppeld.
3.4. Aanleggen van de MiniScreen en start van de
meting
Zorg er bij het aanbrengen van de sensoren voor dat
ze op een zodanige manier worden aangebracht dat
wurging niet mogelijk is vanwege hun lengte
(bijvoorbeeld flowbril, vingersensor). Op de volgende
punten moet worden gelet bij het aanleggen van de
MiniScreen en van de sensoren, om een betrouwbare
meting te waarborgen. De procedures moeten van
tevoren in de praktijk aan de patiënt worden
gedemonstreerd en met hem worden geoefend:
1. Als
een
ECG
aanleggen van de ECG-elektroden
2. Bevestig de MiniScreen met de elastische
borstband (met twee ingenaaide zakjes) op de
borst. Leg daarbij de band niet op de blote huid,
maar over het onderhemd aan. Een correct
aangelegde band mag bij een staand persoon in
eindexpiratoire ademhalingsstand niet omlaag
glijden. Voor de opname van de buik-effort moet
de buikband (met één ingenaaid zakje) op de-
zelfde manier over de buik worden aangelegd.
3. Controleer de positie van de drukopnemers
(zwarte rubber kussentjes). De sensoren moeten
helemaal in de ingenaaide zakjes van de band
zitten. Er mag nooit aan de slangetjes van de
drukpads worden getrokken
4. Leg de flowbril of thermistor bij de neus aan of
bevestig de adapterslang op het zuurstofmasker.
5. Breng evt. been- en NeuroPort-sensor aan.
6. Leg de vingersensor (SpO
zet de kabel met de armband met klittenband om
de pols vast. Let er daarbij op dat de vinger niet
afgeklemd
en
verstoord wordt.
moet
worden
opgenomen:
.
) bij een vinger aan en
2
daardoor
de
doorbloeding
7. De MiniScreen schakelt op het vastgelegde
tijdstip vanzelf in. Voor testdoeleinden lichten
beide LED's kort op.
Wanneer alle sensoren goed aangelegd en aan-
gesloten zijn, gaat de rode LED uit. De groene
LED knippert in een gelijkmatig ritme van
4 seconden.
De rode LED meldt een foutief polssignaal:
controleer vingersensor en kabel.
De patiënt is nu geïnformeerd. De compleet samen-
gestelde koffer moet aan de patiënt met de beknopte
handleiding mee naar huis worden gegeven.
Bij het naar bed gaan moet de patiënt:
MiniScreen met de elastische band aanleggen
•
flow- en vingersensor aanleggen
•
evt. buikband en elektroden aanleggen
•
controleren of de sensoren en de aansluitingen
•
ervan goed zitten
De volgende morgen:
MiniScreen en sensoren afdoen en alle onder-
•
delen terug in de koffer leggen. De reiniging van
de sensoren gebeurt door het geschoolde
personeel in de praktijk.
Koffer weer terugbrengen naar de praktijk.
•
Voor de automatische analyse kan de meting
•
met het menupunt "Apparaatverbinding / Meting
lezen van apparaat" (of knop
worden overgebracht.
4. Verzorging en onderhoud van het
apparaat
4.1. Laden van de accu
Voor de spanningsvoorziening van de MiniScreen
worden Li-Ion-accu's gebruikt die snel kunnen
worden opgeladen en een zeer gering geheugen-
effect hebben. De meegeleverde voedingseenheid is
op deze accu's afgestemd. Het wordt aanbevolen om
de batterij op te laden volledig na elke meting.
Let op: er mag geen andere voedingseenheid of
geen ander oplaadapparaat voor het opladen van
een MiniScreen worden gebruikt!
Oplaadprocedure van de accu:
Verbind het oplaadapparaat met de MiniScreen.
•
Steek het oplaadapparaat in het stopcontact.
•
De laadtoestand van de accu wordt aangegeven
•
door de LED's die aan de bovenzijde geïn-
tegreerd zijn.
De accu kan in deze toestand gedurende een
langere periode aan het oplaadapparaat blijven
zonder schade op te lopen.
4.2. Reinigingsaanwijzingen
De flowbril is een product voor eenmalig gebruik en
mag niet meerdere keren of bij verschillende
patiënten worden gebruikt.
Pagina 7
) naar de pc