Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Sensor Voor Borst-/Buikbeweging; Sensor Voor De Lichaamshouding; Sensor Voor De Beenbeweging; Sensor Voor Het Ecg - Lowenstein Medical MiniScreen plus Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

3.1.5. Sensor voor borst-/buikbeweging

De sensor voor de registratie van de borst- of
buikbeweging bestaat uit kleine rubber kussentjes
(drukpads) die via dunne slangetjes met de
MiniScreen zijn verbonden. De sensor voor de
registratie van de thoraxbewegingen bestaat uit twee
drukpads, terwijl de sensor voor de buikbeweging uit
één drukpad bestaat. De drukpads worden in de
zakjes van de elastische lichaamsband geschoven.
De borstband wordt ter hoogte van het borstbeen
aangelegd, de buikband in de buikregio.
Uit hygiënische overwegingen en om allergische
reacties te vermijden, moeten de banden over het
onderhemd worden gedragen.
De rode aansluiting van de borstsensor wordt op het
rood gemarkeerde, de zwarte aansluiting van de
buiksensor op het zwart gemarkeerde aansluitstuk
bevestigd.
Om betrouwbare signalen voor de gegevens-
registratie te verkrijgen, is een minimale uitrekking
van de band noodzakelijk. Door de aanpasbare
klittenbandsluiting kan de lengte van de band aan
zeer veel patiënten worden aangepast. Er worden
ook banden in speciale maten aangeboden.

3.1.6. Sensor voor de lichaamshouding

Een in de MiniScreen geïntegreerde positiesensor
levert informatie over de actuele lichaamspositie van
de patiënt. Naast de rugligging en ligging op
rechter-/linkerzij worden ook de buikligging en de
rechtop staande/zittende lichaamspositie gedetec-
teerd. Het correct aanleggen van het MiniScreen-
systeem is dus ook absoluut noodzakelijk voor het
correct bepalen van de houding.

3.1.7. Sensor voor de beenbeweging

Voor de diagnose van onrustige of periodieke
beenbewegingen
(restless
MiniScreen worden uitgerust met een beensensor en
de
desbetreffende
apparaat kan dan de beenbeweging continu worden
opgenomen en dienovereenkomstig in het rapport
worden geanalyseerd.
Aanleggen van de beensensor:
De bewegingssensor wordt met behulp van de
klittenband aan het been bevestigd. Het aanlegpunt
bevindt zich ca. 10 cm onder de knie aan de zijkant
van het scheenbeen.
Omdat de beensensor de spierbewegingen detec-
teert, moet erop worden gelet dat de sensor stevig
op de spier ligt. In geen geval mag de sensor recht-
streeks op het scheenbeen worden bevestigd!
De rode en en de zwarte veiligheidsstekker worden
in de rode en zwarte bus van de 5-polige breakout-
kabel gestoken.
leg,
optie)
kan
opnamesoftware.
Met

3.1.8. Sensor voor het ECG

Voor de afleiding van het ECG wordt de meegele-
verde ECG-kabel gebruikt (optie). Als verbruiks-
materiaal kunnen gangbare kleefelektroden worden
gebruikt.
Aanleggen van de ECG-elektroden:
De gele, groene en witte veiligheidsstekker wordt
telkens in de gele, groene en witte bus van de 5-
polige breakout-kabel gestoken.
Belangrijk: Het ECG is niet geschikt voor een
gedifferentieerde cardiologische diagnostiek!

3.1.9. Sensor voor NeuroPort

Het NeuroPort-signaal (optie, alleen MiniScreen plus)
wordt via de meegeleverde EEG-kabel verkregen. Wij
adviseren als verbruiksmaterialen speciale, 3-delige
kleefelektrodestrips te gebruiken.
Aanleggen van de EEG-elektroden:
De 3-delige elektrodestrips worden frontaal op het
tevoren met alcohol gereinigde voorhoofd geplakt.
Door een hoofdband die de patiënt 's nachts over de
elektrodestrip draagt, kan worden verhinderd dat de
strips er 's nachts afvallen. De metalen stekker van de
EEG-kabel wordt in de daarvoor bestemde blau
gemarkeerde bus van de MiniScreen plus gestoken.
de

3.2. Voorbereiding van de meting

Ter voorbereiding van de MiniScreen voor ambulant
het
registreren van meetgegevens bij de patiënt moeten
de volgende punten worden uitgevoerd:
1. Laad de accu: zie 4.1 Laden van de accu, pagina
7
2. Vraag de MSV-software op de pc op.
3. Voer in het menupunt "Apparaatverbinding /
EasyScreen / MiniScreen initialiseren" (of knop
) de persoonsgegevens van de patiënt in en
druk op de knop "Overdracht starten".
4. Verbind de MiniScreen met de USB-interface-
kabel. Voor testdoeleinden lichten eerst beide
LED's op. Daarna gaat de rode LED uit. Gedu-
rende de initialisatie brandt de groene LED.
5. Er verschijnt een dialoogvenster waarin het op-
namebegin kan worden vastgelegd. Daarna
wordt de USB-interfacekabel uitgetrokken (trek
aan de stekker, niet aan de kabel).
6. De MiniScreen is nu voor een nieuwe meting
Pagina 6

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Miniscreen premium

Inhoudsopgave