1B30E, 1B50E / 02 - Rev. 01
Verplichtingen van het bedienings- en onderhoudspersoneel
Het personeel dat verantwoordelijk is voor de bediening en het onderhoud
moet deze handleiding hebben gelezen en begrepen of door middel van op-
leiding/instructie de vereiste kwalificatie hebben voor deze werkzaamheden.
Zonder de vereiste kwalificatie mag niemand zelf ook maar kort aan het ap-
paraat werken.
Het bedienings- en onderhoudspersoneel mag niet onder invloed zijn van
drugs, medicijnen of alcohol.
Bij alle werkzaamheden aan het apparaat moet de informatie in acht worden
genomen die wordt gegeven in deze handleiding.
Bewaren van deze handleiding
Deze handleiding maakt deel uit van het apparaat (ook bij verkoop). Ze moet
in de onmiddellijke nabijheid van het apparaat te allen tijde toegankelijk voor
het personeel worden bewaard.
3.1.3 Weergave van de veiligheidsinstructies
Overzicht
Het apparaat is gebouwd volgens de nieuwste technische inzichten en de al-
gemeen aanvaarde veiligheidstechnische regels. Desondanks kunnen geva-
ren ontstaan tijdens het gebruik ervan en tijdens onderhoudswerkzaamhe-
den.
Op deze gevaren wordt in deze handleiding geattendeerd door middel van
veiligheidsinstructies.
De veiligheidsinstructies staan telkens voor de betreffende beschrijvingen of
stappen.
Structuur van de veiligheidsinstructies
De veiligheidsinstructies bestaan uit:
▪ Gevarensymbool
▪ Signaalwoord
▪ Beschrijving van het gevaar
▪ Mogelijke gevolgen
▪ Maatregelen ter voorkoming
Algemeen gevarensymbool
Het algemene gevarensymbool wordt gebruikt om te wijzen op het gevaar
voor persoonlijk letsel.
HATZ
Handleiding
Veiligheid
9