Bediening en werking
Aanpak
Stap
1
2
3
i
7.5
Oliepeil controleren
Veiligheidsinstructies
46
Activiteit
Contactsleutel in de stand "0" draaien.
De motor wordt uitgeschakeld.
Alle controlelampjes gaan uit.
Aanwijzing:
Na het uitschakelen draait de motor nog een paar seconden na.
Wacht voor verdere werkzaamheden tot alle bewegende com-
ponenten geheel stilstaan.
Contactsleutel verwijderen.
Contactslot met beschermkap (alleen bij standaard dashboard-
kastje)
AANWIJZING
Gevaar voor diep ontladen van de accu.
▪
Wanneer het apparaat is uitgeschakeld, de contactsleutel
altijd in de stand "0" draaien, anders dreigt een diepe ontla-
ding van de accu.
VOORZICHTIG
Gevaar voor brandletsel.
Tijdens het werken aan de hete motor bestaat gevaar voor
brandletsel.
▪
Beschermende handschoenen dragen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel
Langdurig contact met motorolie kan leiden tot huidirritatie.
▪
Beschermende handschoenen dragen.
▪
In het geval van contact met de huid de getroffen delen van
de huid grondig wassen met water en zeep.
Handleiding
1B30E, 1B50E / 02 - Rev. 01
HATZ