1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Colofon......................... 5 Algemeen ...................... 6 Veiligheid ...................... 7 Algemeen.......................... 7 3.1.1 Beoogd gebruik........................ 7 3.1.2 Verplichtingen van de exploitant of fabrikant van het apparaat ........... 8 3.1.3 Weergave van de veiligheidsinstructies................ 9 3.1.4 Betekenis van de veiligheidssymbolen ................
Algemeen 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Algemeen Opmerkingen over het document Deze handleiding is samengesteld met de nodige zorg. Ze dient uitsluitend voor de technische beschrijving van het apparaat en geeft instructies voor de inwerkingstelling, voor de bediening en voor het onderhoud. Bij het bedie- nen van het apparaat moeten de geldende normen en wettelijke voorschrif- ten evenals evt.
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Veiligheid Veiligheid Algemeen Inleiding In dit hoofdstuk vindt u alle informatie die u in staat stelt om veilig te werken met het apparaat. Om ongevallen en beschadiging van het apparaat te voorkomen, moet u alle gegeven veiligheidsinstructies beslist opvolgen.
Veiligheid 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 ▪ Het gebruik van ongeschikte of niet door HATZ vrijgegeven reserveonder- delen en accessoires. ▪ Gebruik in een brand-gevaarlijke of explosieve omgeving. ▪ Gebruik in gesloten of slecht geventileerde ruimten. ▪ Inbouw van het apparaat in mobiele apparatuur (bijv. voertuigen, aanhan- gers) of in gesloten ruimten zonder aanvullende maatregelen op het ge- bied van de luchttoevoer en -afvoer en van het uitlaatgas.
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Veiligheid Verplichtingen van het bedienings- en onderhoudspersoneel Het personeel dat verantwoordelijk is voor de bediening en het onderhoud moet deze handleiding hebben gelezen en begrepen of door middel van op- leiding/instructie de vereiste kwalificatie hebben voor deze werkzaamheden.
Veiligheid 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Signaalwoorden Het signaalwoord duidt op de mate van gevaar en de ernst van het mogelij- ke letsel: Gevarensymbool/ Betekenis Signaalwoord Dit signaalwoord wordt gebruikt om een onmid- GEVAAR dellijk gevaarlijke situatie aan te duiden die ern- stig letsel of de dood tot gevolg heeft als ze niet wordt voorkomen.
Pagina 11
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Veiligheid Symbool Betekenis Waarschuwing voor ontvlambare stoffen! Waarschuwing voor explosieve stoffen! Waarschuwing voor giftige uitlaatgassen van de motor! Waarschuwing voor bijtende stoffen! Waarschuwing voor zware lasten! Waarschuwing voor schade aan het milieu! Deze handleiding of aanvullende documentatie van andere...
Veiligheid 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Veiligheidsinstructies 3.2.1 Bedrijfszekerheid Inleiding Dit hoofdstuk geeft alle belangrijke veiligheidsinstructies voor de bescher- ming van personen evenals voor een veilige en probleemloze werking. An- dere taakgerelateerde veiligheidsinstructies zijn opgenomen aan het begin van de respectieve paragrafen.
Pagina 13
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Veiligheid Beschermingsmidde- Pictogram Functie Veiligheidsschoenen Veiligheidsschoenen bieden be- scherming tegen: ▪ Uitglijden ▪ Vallende voorwerpen Gehoorbescherming De gehoorbescherming biedt bescherming tegen schade aan het gehoor als gevolg van bui- tensporig en lang langdurig la- waai.
Pagina 14
Veiligheid 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Algemene veiligheidsinstructies GEVAAR Levensgevaar en gevaar voor letsel door het negeren van waarschuwingen op het apparaat en in deze handleiding. ▪ Waarschuwingen op het apparaat en in deze handleiding opvolgen. WAARSCHUWING Gevaar voor letsel en gevaren voor een storingvrije werking als gevolg van ontbrekende kwalificatie van het personeel.
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Veiligheid 3.2.2 Apparaatspecifieke veiligheidsinstructies voor het gebruik Inleiding Tijdens gebruik kunnen resterende gevaren uitgaan van het apparaat. Om gevaren uit te sluiten, moeten door alle personen die werken aan het appa- raat, de algemene en apparaatspecifieke veiligheidsinstructies worden opge- volgd.
Veiligheid 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Veiligheidsinstructies voor het gebruik GEVAAR Levensgevaar als gevolg van het inademen van uitlaatgas- sen. In gesloten of slecht geventileerde ruimten kunnen de giftige uit- laatgassen van de motor leiden tot bewusteloosheid en zelfs tot de dood.
Pagina 17
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Veiligheid Onderhoudsintervallen ▪ Onderhoudsintervallen beslist aanhouden. ▪ Veiligheidsvoorzieningen regelmatig controleren op goede staat en wer- king. ▪ Elektrische aansluitingen, bedrading en bevestigingsdelen regelmatig con- troleren op goede staat. Onderhoudswerkzaamheden Onderhoudswerkzaamheden die buiten het bestek vallen van de werkzaam- heden die worden beschreven in deze handleiding, mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd, opgeleid personeel.
Pagina 18
Veiligheid 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 WAARSCHUWING Gevaar voor letsel als gevolg van perslucht en stofdeeltjes. Tijdens het reinigen met perslucht kan oogletsel ontstaan. ▪ Veiligheidsbril dragen. VOORZICHTIG Gevaar voor letsel door het niet opvolgen van onderhouds- instructies. ▪ Onderhoudswerkzaamheden alleen uitvoeren wanneer de motor is uitgeschakeld.
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Veiligheid 3.2.4 Elektrisch systeem Veiligheidsinstructies GEVAAR Levensgevaar, gevaar voor letsel of gevaar voor schade aan eigendommen als gevolg van verkeerd gebruik van ac- cu's. ▪ Geen gereedschap of andere metalen objecten op de accu plaatsen.
Pagina 20
Veiligheid 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 AANWIJZING ▪ Bijbehorende schakelschema's worden bij het apparaat ge- leverd indien dit is uitgerust met een elektrisch systeem. Ex- tra schakelschema's kunnen indien nodig worden aange- vraagd. ▪ Voor elektrische installaties die niet worden uitgevoerd vol- gens schakelschema's van HATZ, zijn wij niet aansprakelijk.
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Veiligheid Borden Waarschuwings- en informatieborden op de motor Bord Betekenis Onderhoudsinstructies (zie para- 1B20: 0,20mm 1B27: 0,10mm 1B30: 0,10mm 1B40: 0,10mm 1B50: 0,10mm graaf 8.1 Algemene onderhoudsin- structies, pagina 59) 0000 051 104 06 250h...
Pagina 22
Veiligheid 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Bord Betekenis Toerentalverstelling met trekstang (extra uitrusting) Alleen vullen met dieselbrandstof. Specificatie, zie paragraaf 4.5 Brandstof, pagina 28 Geen biodiesel gebruiken! Vervangen van het brandstoffilter (zie paragraaf 8.2.11 Brandstoffilter vervangen, pagina 84) Handleiding HATZ...
Technische gegevens 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Motortypen Versie Beschrijving voor stamper-gebruik (alleen 1B20R) normale massabalans (alleen 1B40T en 1B50T) aanvullende massabalans (alleen 1B40U en 1B50U) Aandraaimomenten Aanduiding Olieaftapplug Typeplaatje van de motor EMISSION CONTROL INFORMATION GMBH MOTORENFABRIK HATZ KG ¬ D-94099 RUHSTORF www.hatz-diesel.com...
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Technische gegevens Aanduiding motorfamilie of vrijstellingscode (EM) resp. overgangsco- de (TM) conform het voorschrift (EU) 2016/1628 Verdere vermeldingen conform de verordening 2017/656 (uitzonde- ringen) of „Separate shipment information“ Code voor variant typeplaatje Barcode (motornummer) De volgende gegevens moeten altijd worden opgegeven bij vragen en be-...
Technische gegevens 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Typenummer van de motor Typeaanduiding 1B30 1B40 1B50 Fysieke gebruiksomstandigheden Motor-instelling De motor is normaal gesproken ingesteld om te werken binnen de standaard referentie-omstandigheden volgens ISO 3046-1: Parameter Eenheid Waarde Inlaatluchttemperatuur °C Relatieve luchtvochtigheid Luchtdruk (op ong.
Pagina 27
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Technische gegevens VOORZICHTIG Schade aan de diesel-oxidatiekatalysator (DOC) als gevolg van ongeschikte motorolie. Ongeschikte motorolie is schadelijk voor de werking en levens- duur van de katalysator. Alleen motorolie met een zeer gehalte aan sulfaatas, fosfor en zwavel –...
Technische gegevens 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Brandstof Type brandstof Geschikt zijn alle dieselbrandstoffen die voldoen aan de minimale eisen van de volgende specificaties: ▪ Europa: EN 590 ▪ UK: BS 2869 A1 / A2 ▪ USA: ASTM D 975-09a 1-D S15 of 2-D S15 1) 2)
Pagina 29
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Technische gegevens Winterbrandstof Bij buitentemperaturen onder 0 °C winterbrandstof gebruiken of tijdig petro- leum bijmengen: Laagste omgevingstem- Petroleumaandeel [%] bij peratuur bij het starten Zomerbrandstof Winterbrandstof [°C] 0 tot -10 ‑ -10 tot -15 ‑...
Opbouw van de motor 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Opbouw van de motor Overzicht Typeplaatje Kleppendeksel Uitlaatdemper met aanraakbescherming Uitlaatspruitstuk met zeef Oliedrukschakelaar Elektrische startvoorziening Spanningsregelaar Krukas – krachtafname Olieaftapplug Toerenverstelhendel Afsluitplug voor het oliefilter Bevestiging van de motor Contactsleutel...
Pagina 31
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Opbouw van de motor Repeteerstarter Stopstift (optie) Droog luchtfilter Hijsoog Tankvuldop Motorafdekplaat Alleen in de versie met een elektrisch systeem. Motor kan optioneel ook worden geleverd met een externe instrumenten- kast. HATZ Handleiding...
Transport, montage en inwerkingstelling 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Transport, montage en inwerkingstelling Transport Veiligheidsinstructies WAARSCHUWING Gevaar voor letsel als gevolg van ondeskundig omhooghij- sen en transporteren. Gevaar voor beknelling als gevolg van het vallen of kantelen van de motor.
Pagina 33
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Transport, montage en inwerkingstelling ▪ Het apparaat alleen transporteren in uitgeschakelde en afgekoelde staat. ▪ Voor vragen over het transport van het apparaat kunt u contact opnemen met het dichtstbijzijnde HATZ servicestation. Contactmogelijkheden zie hoofdstuk 1 Impressum, pagina 5 of www.hatz-diesel.com.
Transport, montage en inwerkingstelling 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Montage-instructies HATZ dieselmotoren zijn economisch, robuust en duurzaam. Daarom wor- den ze meestal ingebouwd in apparaten die commercieel worden gebruikt. De fabrikant van het apparaat moet bestaande voorschriften voor de veilig- heid van het apparaat opvolgen –...
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Transport, montage en inwerkingstelling Voorbereiding voor de inwerkingstelling ▪ De geleverde delen controleren op volledigheid, schade of andere afwij- kingen. ▪ Op voldoende ventilatie op de standplaats letten. GEVAAR Levensgevaar als gevolg van het inademen van uitlaatgas- sen.
Pagina 36
Transport, montage en inwerkingstelling 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Overzicht Oliepeilstok Oliebijvulreservoir Procedure Stap Activiteit Oliepeilstok (1) eruit draaien en schoonmaken. Vullen met motorolie. Specificatie en viscositeit, zie paragraaf 4.4 Motorolie, pagina 26. Hoeveelheid motorolie, zie paragraaf 4.1 Motorgegevens en vulhoeveelheden, pagina 23.
Bediening en werking 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Bediening en werking Veiligheidsinstructies AANWIJZING Veiligheidshoofdstuk in acht nemen! De fundamentele veiligheidsinstructies in hoofdstuk 3 Veiligheid, pagina 7 opvolgen. WAARSCHUWING Gevaar voor letsel als gevolg van schade en defecten aan het apparaat.
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Bediening en werking VOORZICHTIG Een overschrijding van de toelaatbare krachten op de toe- renverstelhendel en op de stopstift kan leiden tot schade aan de aanslagen en inwendige delen van de regelaar. Let op de volgende figuur.
Bediening en werking 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Toerentalverstelling instellen Veiligheidsinformatie VOORZICHTIG Beschadiging van de dieselmotor als gevolg van onvol- doende smering. ▪ Na een langere stilstand van de motor (ong. 6 maanden en langer) of bij de eerste inwerkingstelling de motor na het starten ong.
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Bediening en werking Motor starten Startopties De motor is standaard uitgerust met een handmatige startvoorziening. Als optie kan een elektrische startvoorziening worden ingebouwd. De motor – indien mogelijk – door hem los te koppelen scheiden van het aan te drijven apparaat.
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Bediening en werking AANWIJZING Als de uitlaat na meerdere mislukte startpogingen wit rookt: ▪ Toerenverstelhendel in de stand "Stop" zetten. ▪ Startkoord 5 maal langzaam erdoor trekken. ▪ Toerentalverstelling opnieuw instellen (zie paragraaf 7.3 Toerentalverstelling instellen, pagina 40).
Pagina 44
Bediening en werking 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Beschermende kap Contactsleutel Voorgloeilampje (optie) Vervuilingsindicator luchtfilter (niet ingeschakeld) Lampje motortemperatuur (optie) Lampje oliedruk Laadcontrole Lampje In werking Bedrijfsurenteller (optie) Contactslot In werking Starten Controlelampjes Bij het draaien van de contactsleutel in de stand "I" knipperen of branden verschillende controlelampjes (afhankelijk van de versie).
Pagina 45
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Bediening en werking Symbool Betekenis Voorgloeilampje Brandt bij temperaturen onder 0°C. Motor starten als het lampje is gedoofd. Overzicht – brandstofafsluitklep (optie) Brandstofafsluitklep Beschrijving van de werking Zodra de contactsleutel in de stand I staat, wordt de brandstofafsluitklep (1) elektrisch ontgrendeld.
Pagina 46
Bediening en werking 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Procedure – Motor starten met de elektrische startvoorziening AANWIJZING ▪ Max. 30 seconden starten. Als de motor dan nog niet draait, contactsleutel terugdraaien in de stand "0" en oorzaak ver- helpen (zie paragraaf 9.1 Storingen zoeken en verhelpen, pagina 93).
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Bediening en werking Elektrische automatische uitschakeling (optie) AANWIJZING ▪ Als de motor weer onmiddellijk afslaat na het starten of tij- dens de werking vanzelf afslaat, is dit een aanwijzing dat een controle-element van de automatische uitschakeling werd getriggerd.
Bediening en werking 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 VOORZICHTIG Contactslot beschermen tegen vuil en vocht. ▪ Wanneer de contactsleutel is verwijderd, het contactslot af- sluiten met de beschermende kap. Uitschakelmogelijkheden Afhankelijk van de versie van de motor vindt het uitschakelen plaats op ver- schillende manieren: ▪...
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Bediening en werking Toerenverstelhendel Stopstift (extra uitrusting) Trekstang (extra uitrusting) Procedure Stap Activiteit Toerenverstelhendel Toerenverstelhendel (1) tot aan de aanslag in de stand "STOP" drukken. De motor wordt uitgeschakeld. Stopstift Stopstift (2) ingedrukt houden totdat de motor is uitgeschakeld.
Pagina 50
Bediening en werking 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Optie Brandstofafsluitklep Beschermende kap Contactsleutel Brandstofafsluitklep Contactslot In werking Procedure Stap Activiteit Contactsleutel (2) in de stand "0" draaien. ▪ De brandstofafsluitklep vergrendelt de brandstoftoevoer naar de inspuitpomp. De motor wordt uitgeschakeld.
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Bediening en werking Stap Activiteit Contactsleutel verwijderen. Contactslot sluiten met beschermende kap (1). AANWIJZING Gevaar voor diep ontladen van de accu. ▪ Wanneer het apparaat is uitgeschakeld, de contactsleutel altijd in de stand "0" draaien, anders dreigt een diepe ontla- ding van de accu.
Bediening en werking 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 7.6.1 Oliepeil van de motor Overzicht Oliepeilstok Oliebijvulreservoir Procedure Stap Activiteit Motor uitschakelen en enkele minuten wachten zodat de motor- olie zich kan verzamelen in het carter. Motor moet horizontaal staan. Verontreinigingen op de motor in het gebied van de oliepeilstok verwijderen.
Bediening en werking 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Brandstof tanken Veiligheidsinstructies GEVAAR Brandgevaar als gevolg van brandstof. Gelekte of gemorste brandstof kan ontbranden door hete delen van de motor en ernstig brandletsel veroorzaken. ▪ Alleen tanken met de motor uit.
Pagina 55
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Bediening en werking Overzicht Tankvuldop Brandstoftank Procedure Stap Activiteit Afbeelding Tankdeksel openen. Brandstoftank vullen met die- selbrandstof. HATZ Handleiding...
Bediening en werking 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Stap Activiteit Afbeelding Tankdeksel sluiten. AANWIJZING ▪ Voorafgaand aan de eerste start of wanneer het brandstof- systeem leeg is, de brandstoftank voltanken met diesel- brandstof. Het brandstofsysteem wordt daardoor automa- tisch ontlucht.
Pagina 57
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Bediening en werking Overzicht Water in de tank verzamelt zich op het laagste punt van de tank in de water- afscheider. Standaard Versie met kijkglas Aftapplug, zeskant (standaard) Kijkglas (extra uitrusting) Aftapplug (handbediend) Procedure Stap...
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Onderhoud Onderhoud Algemene onderhoudsinstructies Veiligheidsinstructies WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door het negeren van de instructies en door ongeoorloofde acties op het apparaat. ▪ Alle gegeven instructies opvolgen. ▪ Geen werkzaamheden uitvoeren waarvoor de vereiste kwa- lificatie ontbreekt.
Pagina 60
Onderhoud 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 ▪ Voor de behandeling en verwijdering van afgewerkte olie, filters en reini- gingsmiddelen moeten de wettelijke voorschriften worden opgevolgd. ▪ Nadat de onderhoudswerkzaamheden zijn voltooid, controleren of alle ge- reedschappen, schroeven/bouten, hulpmiddelen en andere voorwerpen van het apparaat zijn verwijderd en alle veiligheidsvoorzieningen weer zijn aangebracht.
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Onderhoud Onderhoudswerkzaamheden Veiligheidsinformatie VOORZICHTIG Gevaar voor letsel door het niet opvolgen van onderhouds- instructies. ▪ Onderhoudswerkzaamheden alleen uitvoeren wanneer de motor is uitgeschakeld. ▪ Startvoorzieningen (startslinger, repeteerstarter of contact- sleutel) buiten het bereik van onbevoegden houden.
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Onderhoud 8.2.2 Onderhoudsschema In het geval van nieuwe of gereviseerde motoren na 25 bedrijfsuren: ▪ Motorolie verversen ▪ Klepspeling controleren, indien nodig instellen ▪ Schroefverbindingen controleren (cilinderkopbouten niet natrekken!) In het geval van korte perioden van gebruik de motorolie, ongeacht het aan- tal behaalde bedrijfsuren, uiterlijk na 12 maanden verversen.
Pagina 64
Onderhoud 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Symbool Onderhoudsin- Onderhoudswerkzaamhe- Paragraaf terval den/controle Elke 250 be- Nat luchtfilter onderhouden. 8.2.7 Nat luchtfilter on- 250h drijfsuren derhouden, pagina 75 Motorolie verversen. 8.2.4 Motorolie verver- sen, pagina 66 Klepspeling controleren en in- 8.2.6 Klepspeling con- stellen.
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Onderhoud 8.2.3 Aanzuiggebied controleren Veiligheidsinstructies VOORZICHTIG Gevaar voor brandletsel. Tijdens het werken aan de hete motor bestaat gevaar voor brandletsel. ▪ Motor laten afkoelen. ▪ Beschermende handschoenen dragen. AANWIJZING Wanneer sterke verontreiniging wordt geconstateerd, de onder- houdsintervallen dienovereenkomstig verkorten (zie paragraaf 8.2.2 Onderhoudsschema, pagina 63).
Onderhoud 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Stap Activiteit In de versie met cycloon-voorafscheider, naast stap 1, het aanzuiggebied (2) controleren en indien nodig reinigen. Stofuitblaasopening (3) controleren op vrije doorgang en indien nodig reinigen. In de versie met nat luchtfilter, naast stap 1, aanzuiggebied (4) controleren en indien nodig reinigen.
Pagina 67
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Onderhoud VOORZICHTIG Gevaar voor latere schade aan de motor. ▪ Werking van de motor met een oliepeil onder de merkt- streep min. of boven de merkstreep max kan leiden tot schade aan de motor. ▪...
Pagina 68
Onderhoud 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Stap Activiteit Gereinigde olieaftapplug (1) met nieuwe afdichtingsring (2) erin schroeven en aandraaien. Aandraaimoment: 50 Nm. Vullen met motorolie Overzicht Oliepeilstok Oliebijvulreservoir Procedure Stap Activiteit Oliepeilstok (1) eruit draaien en schoonmaken. Vullen met motorolie. Specificatie en viscositeit, zie paragraaf 4.4 Motorolie, pagina 26.
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Onderhoud 8.2.5 Oliefilter reinigen Veiligheidsinstructies VOORZICHTIG Gevaar voor brandletsel. Tijdens het werken aan de hete motor bestaat gevaar voor brandletsel. ▪ Motor laten afkoelen voordat wordt begonnen met onder- houdswerkzaamheden. VOORZICHTIG Gevaar voor letsel Langdurig contact met motorolie kan leiden tot huidirritatie.
Pagina 70
Onderhoud 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Aanpak Stap Activiteit Afbeelding Bout (1) ong. vijf slagen los- draaien. Oliefilter (2) uit de behuizing trekken. Oliefilter van binnen naar bui- ten uitblazen met perslucht. Afdichtringen (3+4) controleren op beschadiging en indien no- dig vervangen.
Afhankelijk van de versie van de motor vindt de voorbereiding plaats op ver- schillende manieren: ▪ Voorbereiding bij een motor in een versie met droog luchtfilter ▪ Voorbereiding bij een motor in een versie met nat luchtfilter ▪ Voorbereiding bij een motor in een versie voor stamper-gebruik (1B20 R) HATZ Handleiding...
Pagina 72
Onderhoud 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Voorbereiding – motor in een versie met droog luchtfilter Stap Activiteit Afbeelding Deksel (1) van het luchtfilter eraf schroeven. Motorafdekplaat (2) verwijde- ren. Voorbereiding – motor in een versie met nat luchtfilter Stap Activiteit Afbeelding Bout (1) losdraaien.
Pagina 73
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Onderhoud Voorbereiding – motor in een versie voor stamper-gebruik (1B20 R) Stap Activiteit Afbeelding Deksel (1) van het luchtfilter eraf schroeven. Bouten en moeren verwijde- ren. Motorafdekplaat (2) verwijde- ren. Procedure AANWIJZING De beschreven stappen kunnen alleen worden uitgevoerd als de vereiste voorbereidingen zijn voltooid.
Pagina 74
Onderhoud 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Stap Activiteit Afbeelding Bouten (2) verwijderen. (2 bouten bij 1B20, 1B27 en 1B30, 3 bouten bij 1B40 en 1B50). Deksel (3) inclusief afdichting (4) verwijderen. Motor in de draairichting draai- en totdat de tuimelaar (1) de uitlaatklep volledig heeft geo- pend.
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Onderhoud 8.2.7 Nat luchtfilter onderhouden Veiligheidsinstructies VOORZICHTIG Gevaar voor brandletsel. Tijdens het werken aan de hete motor bestaat gevaar voor brandletsel. ▪ Motor laten afkoelen voordat wordt begonnen met onder- houdswerkzaamheden. VOORZICHTIG Gevaar voor letsel Langdurig contact met motorolie kan leiden tot huidirritatie.
Pagina 76
Onderhoud 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Procedure – cycloon-voorafscheider reinigen Stap Activiteit Afbeelding Stofverzamelreservoir (1) ver- wijderen, leegmaken en droog reinigen. Aanzuigopening (2) eveneens droog reinigen. Cycloon-voorafscheider com- pleet maken en vastdraaien met vleugelmoer. Procedure – nat luchtfilter reinigen Stap...
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Onderhoud 8.2.8 Koelluchtgebied reinigen Veiligheidsinstructies VOORZICHTIG Gevaar voor brandletsel. Tijdens het werken aan de hete motor bestaat gevaar voor brandletsel. ▪ Motor laten afkoelen voordat wordt begonnen met onder- houdswerkzaamheden. VOORZICHTIG Gevaar voor letsel. Tijdens het werken met perslucht kunnen vreemde voorwerpen terechtkomen in de ogen.
Pagina 78
Onderhoud 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Stap Activiteit Afbeelding Repeteerstarter (2) verwijde- ren, en reinigen. Ventilatorbladen reinigen met een geschikte borstel. Vervolgens doorblazen met perslucht. De koelribben van cilinderkop (3) en cilinder (4) eveneens reinigen en doorblazen met perslucht. Handleiding...
Afbeelding Luchtspleet (5) controleren op verontreiniging en indien nodig reinigen met perslucht. Let op: Bij 1B20 en 1B27 is de luchts- pleet (5) duidelijk kleiner dan weergegeven in de afbeelding (grootte ong. 5 mm). Controle en reiniging kunnen worden uitgevoerd via de ope- ningen in de aanraakbescher- ming.
Tijdens reinigingswerkzaamheden aan de uitlaatzeef bestaat er gevaar voor letsel. ▪ Beschermende handschoenen dragen. Procedures Afhankelijk van de versie van de motor wordt het uitlaatzeef gereinigd op verschillende manieren: ▪ Uitlaatzeef reinigen bij standaardversie ▪ Uitlaatzeef reinigen bij versie voor stamper-gebruik (1B20 R) Handleiding HATZ...
Pagina 81
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Onderhoud Uitlaatzeef reinigen bij standaardversie Stap Activiteit Afbeelding Zeskantmoer losdraaien en uit- laatspruitstuk (1) verwijderen. Zeskantmoer van beugel (2) verwijderen, vervolgens zeefin- zet (3) eruit trekken. Afzettingen in de zeefinzet ver- wijderen met een geschikte draadborstel.
Pagina 82
Uitlaatspruitstuk met beugel (2) in de opening plaatsen en weer naar buiten trekken, zo- dat de beugel niet meer kan loskomen. Zeskantmoer vastdraaien. Uitlaatzeef reinigen bij versie voor stamper-gebruik (1B20 R) Stap Activiteit Afbeelding Zeskantmoer losdraaien en uit- laatspruitstuk (1) verwijderen.
Pagina 83
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Onderhoud Stap Activiteit Afbeelding Afzettingen in de zeefinzet ver- wijderen met een geschikte draadborstel. Zeefinzet controleren op scheuren of breuk, indien no- dig vernieuwen. Slang (4) van het uitlaatspruit- stuk aftrekken. Buismof (5) controleren op vrije doorgang.
Onderhoud 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Stap Activiteit Afbeelding Zeskantmoer (1) ong. één schroefdraadgang erop schroeven. Uitlaatspruitstuk met beugel (2) in de opening plaatsen en weer naar buiten trekken, zo- dat de beugel niet meer kan loskomen. Zeskantmoer vastdraaien. 8.2.11 Brandstoffilter vervangen...
Pagina 85
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Onderhoud VOORZICHTIG Gevaar voor verontreiniging van het milieu als gevolg van gemorste brandstof. Als het filter wordt uitgebouwd, wordt ook een kleine hoeveel- heid brandstof afgetapt. ▪ Uitlopende brandstof opvangen en verwijderen volgens de plaatselijke milieuvoorschriften.
Pagina 86
Onderhoud 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Stap Activiteit Afbeelding Brandstoftoevoerleiding (3) van het brandstoffilter (4) af- trekken en nieuw filter plaat- sen. Brandstoffilter weer in de tank plaatsen. Tankdeksel sluiten. Het brandstofsysteem wordt automatisch ontlucht. Versie met dubbel brandstoffiltersysteem AANWIJZING ▪...
Pagina 87
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Onderhoud Stap Activiteit Afbeelding Tankvuldop (2) openen en brandstoffilter (3) aan het koord uit de tank trekken. Brandstoftoevoerleiding (4) van het brandstoffilter (5) af- trekken en nieuw filter plaat- sen. Brandstoffilter weer in de tank plaatsen.
Pagina 88
Onderhoud 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Versie met extern brandstoffilter AANWIJZING In de versie met extern brandstoffilter is er geen brandstoffilter in de tank. Stap Activiteit Afbeelding Waterafscheider zonder kijk- glas: Brandstoftank (1) leegmaken. Hiervoor plug (2) opendraaien en de brandstof aftappen in een schoon reservoir.
Pagina 89
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Onderhoud Stap Activiteit Afbeelding Brandstofleiding (4) aan beide zijden van het brandstoffilter (5) eraf trekken en nieuw filter plaatsen. Letten op doorstromingsrich- ting (pijlen). Brandstoffilter bevestigen op de houder. Brandstoftank voltanken met dieselbrandstof (zie paragraaf 7.7 Brandstof tanken, pagina...
Onderhoud 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 8.2.12 Droog luchtfilter onderhouden AANWIJZING ▪ Filterpatroon onmiddellijk reinigen als bij maximaal toerental de onderhoudsindicator aangaat. ▪ Filterpatroon altijd vernieuwen na een gebruiksduur van 500 bedrijfsuren. In- en demonteren van de filterpatroon Stap Activiteit...
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Onderhoud Stap Activiteit Afbeelding De luchtfilterpatroon wordt ofwel vervangen of afhanke- lijk van de verontreiniging gereinigd of gecontroleerd (zie paragraaf 8.2.13 Lucht- filterpatroon controleren en reinigen, pagina 91). Om de montage en demon- tage van de luchtfilterpatroon...
Pagina 92
Onderhoud 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Luchtfilterpatroon controleren en reinigen Stap Activiteit Afbeelding Droge verontreiniging Filterpatroon (1) met droge perslucht van binnen naar buiten uitblazen totdat er geen stof meer uitkomt. Afdichtingsvlak (2) van de fil- terpatroon controleren op be- schadiging.
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Storingen Storingen Storingen zoeken en verhelpen Algemene instructies voor het zoeken van fouten Wanneer de onderstaande storingsoorzaken zijn gecontroleerd en de storing blijft bestaan, kunt u contact opnemen met het dichtstbijzijnde HATZ servi- cestation. Motor start niet of alleen slecht, kan echter zoals gebruikelijk gemakkelijk...
Pagina 94
Storingen 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 In de versie met een brandstofafsluitklep of elektrische automatische uit- schakeling (motor start niet) Mogelijke oorzaken Maatregel Paragraaf Brandstofafsluitklep Contact opnemen met een werkt niet en/of onre- HATZ servicestation. gelmatigheden in het elektr. systeem.
Pagina 95
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Storingen Motor slaat aan, blijft echter niet lopen Mogelijke oorzaken Maatregel Paragraaf Toerenverstelhendel Hendel in de startpositie zet- 7.3 Toerentalver- niet ver genoeg in de ten. stelling instellen, richting Start. pagina 40 Apparaat niet losge- Motor –...
Pagina 96
Storingen 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Startmotor wordt niet ingeschakeld of motor wordt niet doorgedraaid. Mogelijke oorzaken Maatregel Paragraaf Onregelmatigheden in het elektrische systeem: Accu- en/of andere ka- Elektrisch systeem en de com- 3.2.4 Elektrisch belverbindingen ver- ponenten ervan controleren of systeem, pagina keerd aangesloten.
Pagina 97
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Storingen Mogelijke oorzaken Maatregel Paragraaf ▪ Defecte wissel- Contact opnemen met een stroomgenerator (al- HATZ servicestation. leen bij uitvoering "Extern dashboard- kastje"). ▪ Motor draait met te Contact opnemen met een hoog toerental (al- HATZ servicestation.
Pagina 98
Storingen 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Motor verliest vermogen en toerental, zwarte rook uit de uitlaat Mogelijke oorzaken Maatregel Paragraaf Vervuild luchtfiltersys- Mate van vervuiling van het 8.2.12 Droog teem. luchtfilter controleren, indien luchtfilter onder- nodig reinigen of vernieuwen. houden, pagina Klepspeling niet in or- Klepspeling afstellen.
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Storingen Noodstart Wanneer er een elektrisch stoorsignaal optreedt, vergrendelt de optionele automatische uitschakeling de brandstofafsluitklep (1) en daardoor de brandstofstroom naar de inspuitpomp – de motor wordt uitgeschakeld. Daar- naast kan een defect in het elektrische systeem leiden tot het stoppen van de motor.
Pagina 100
Storingen 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Overzicht Brandstofafsluitklep (optie) Noodstarthendel Procedure Stap Activiteit Noodstarthendel (2) met een geschikte tang tegen de klok in ten minste 90° draaien (zegeldraad breekt). De noodstarthendel staat nu in de startstand, de brandstofaf- sluitklep (1) is mechanisch ontgrendeld.
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Opslag en verwijdering Opslag en verwijdering 10.1 Opslag van het apparaat Veiligheidsinstructies GEVAAR Levensgevaar als gevolg van het inademen van uitlaatgas- sen. In gesloten of slecht geventileerde ruimten kunnen de giftige uit- laatgassen van de motor leiden tot bewusteloosheid en zelfs tot de dood.
Pagina 102
Opslag en verwijdering 1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Opslag over een langere periode van tijd De volgende opslagmaatregelen uitvoeren als het de bedoeling is om het apparaat over een langere periode van tijd (3-12 maanden) buiten werking te stellen: Stap...
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Opslag en verwijdering De fabrieksnieuwe motor kan normaal gesproken maximaal 12 maanden worden opgeslagen. Wanneer de luchtvochtigheid zeer hoog is, en onder in- vloed van zeelucht is de bescherming voldoende voor ong. 6 maanden. Voor perioden van opslag van meer dan 12 maanden kunt u contact opne- men met het dichtstbijzijnde HATZ servicestation.
1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50 Verklaring van de fabrikant Verklaring van de fabrikant De volgende „Verklaring van de fabrikant betreffende de naleving van de verordening (EU) 2016/1628“ is alleen van toepassing op motoren met een aanduiding van de motorfamilie als beschreven in paragraaf 1.5 (zie volgen- de pagina).
– 1.5. Aanwijzing van het motortype/aanwijzing van de motorfamilie/FT (*): 1B20/30 - variable Drehzahl, 1B20/30 - konstante Drehzahl, 1B40/50 - variable Drehzahl, 1B40/50 - konstante Drehzahl (Plaats) (Datum): ) Verordening (EU) 2016/1628 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 inzake voorschriften met betrekking tot emissiegrenswaarden voor verontreinigende gassen en deeltjes en typegoedkeuring voor in niet voor de weg bestemde mobiele machines gemonteerde interne verbrandingsmotoren, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr.
Pagina 108
Motorenfabrik Hatz GmbH & Co. KG Ernst-Hatz-Str. 16 94099 Ruhstorf a. d. Rott Deutschland Tel. +49 8531 319-0 Fax. +49 8531 319-418 marketing@hatz-diesel.de www.hatz-diesel.com 0000 433 806 13 - 09.2018 - 0.1 Printed in Germany CREATING POWER SOLUTIONS.