Bediening en werking
7.6
Brandstof tanken
Veiligheidsinstructies
48
GEVAAR
Brandgevaar als gevolg van brandstof.
Gelekte of gemorste brandstof kan ontbranden door hete delen
van de motor en ernstig brandletsel veroorzaken.
▪
Alleen tanken met een uitgeschakelde en afgekoelde motor.
▪
Nooit tanken in de buurt van open vuur of van vonken.
▪
Niet roken.
▪
Brandstof niet morsen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verontreiniging van het milieu als gevolg van
gemorste brandstof.
Brandstoftank niet te vol tanken en geen brandstof morsen.
▪
Uitlopende brandstof opvangen en verwijderen volgens de
plaatselijke milieuvoorschriften.
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel.
Herhaald contact met dieselbrandstof kan leiden tot broze en
gebarsten huid.
▪
Beschermende handschoenen dragen.
▪
In het geval van contact met de huid de getroffen delen van
de huid grondig wassen met water en zeep.
VOORZICHTIG
Motorschade als gevolg van brandstof van slechte kwaliteit.
Gebruik van brandstof die niet voldoet aan de genoemde speci-
ficaties, kan motorschade veroorzaken.
▪
Alleen brandstof volgens paragraaf 4.4 Brandstof, pagina 26
gebruiken.
▪
Gebruik van brandstoffen met afwijkende specificatie alleen
na voorafgaande toestemming van Motorenfabrik HATZ
(hoofdkantoor).
Handleiding
1B30E, 1B50E / 02 - Rev. 01
HATZ