7 Aansluiting
7.3 Sensoren (FM Class I, Div. 2)
7.2.3
Aansluiting op de klembehuizing
De sensorkabel en de verlengkabel worden aangesloten via de aansluitprintplaat KFM1. Deze moet worden geïnstalleerd
in een (door de klant geleverde) klembehuizing die is goedgekeurd voor gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving.
• Sluit de sensorkabel en verlengkabel op de klemmen van de klembehuizing aan.
Tab. 7.10: Klemmenfuncties (sensorkabel)
klem
aansluiting (KL1)
V
sensor
(kern)
VS
sensor
(binnenafscherming)
VOS
sensor
(buitenafscherming)
Tab. 7.11: Klemmenfuncties (verlengkabel)
klem
aansluiting (KL3)
TV
kern
TVS
binnenafscherming
TOS
buitenafscherming
TRS
binnenafscherming
TR
kern
Afb. 7.14: Aansluitprintplaat KFM1
1
1 – aansluiting van de sensorkabel
2 – aansluiting van de verlengkabel
7.3
Sensoren (FM Class I, Div. 2)
7.3.1
Aansluiting van de sensorkabel op de transmitter
Voor het monteren van de sensoren is voor elke sensor een M20/NPT-adapter nodig.
Voor het monteren van sensoren met SMB-connectoren heeft u een SMB-adapter nodig.
• Verwijder de blinde stop voor het aansluiten van de sensorkabel.
• Verbind de sensoren met de SMB-adapter.
• Breng de sensorkabel met de SMB-adapter in de behuizing in.
• Draai de dichtringzijde van het lichaam in de adapter M20/NPT.
• Fixeer de kabelwartel door de wartel op het lichaam te draaien.
• Sluit de kabel van de SMD-adapter aan op de klemmen van de transmitter.
90
klem
R
RS
ROS
2
aansluiting (KL2)
sensor
(kern)
sensor
(binnenafscherming)
sensor
(buitenafscherming)
1
FLUXUS G831
2022-11-01, UMFLUXUS_G831V1-3NL