FLUXUS G831
Opmerking!
Sommige van de vastgelegde parameters blijven bij het overschakelen naar de StandardUser-mode geactiveerd. Die
parameters verschijnen in beeld, maar kunnen niet worden gewijzigd.
13.3.1
Pig herkenning
De pig herkenning wordt gebruikt om pigs te detecteren in de buis. Zij wordt geactiveerd/gedeactiveerd via de HotCode
007028 (voorinstelling: gedeactiveerd).
Afwijkend van de algemene instellingen van het apparaat kan de pig herkenning voor afzonderlijke kanalen worden
geactiveerd of gedeactiveerd.
Opties\Speciale instelling\PIG herkenning
• Kies in de programmavertakking Opties het menupunt Speciale instelling.
• Druk op ENTER totdat het menupunt PIG herkenning wordt weergegeven.
• Kies Algemene instellingen als u wilt dat er wordt gemeten met de algemene instellingen van de transmitter.
• Als de pig herkenning in de algemene apparaatinstellingen is gedeactiveerd, maar er moet worden gemeten op een
kanaal met pig herkenning, kiest u dit kanaal Aan.
• Druk op ENTER.
• Als de pig herkenning in de algemene apparaatinstellingen is geactiveerd, maar er moet worden gemeten op een kanaal
zonder pig herkenning, kiest u dit kanaal Uit.
• Druk op ENTER.
13.3.2
Buiswandkalibratie voor lamb wave sensoren
Voor lamb wave sensoren is er in de parameterreeks van een meetkanaal een kalibratiefactor voor de ongecorrigeerde
stromingssnelheid. Deze kalibratiefactor hangt af van het buismateriaal.
De buiswandkalibratie voor lamb wave sensoren wordt werkzaam als bij het starten van de meting aan de volgende
voorwaarden is voldaan:
• de lamb wave sensoren worden gebruikt
• de buiswandkalibratie is geactiveerd
• er is een factor gedefinieerd voor het buismateriaal dat ook in de programmavertakking Parameters is gekozen
Deze factor kan in de transmitter worden geactiveerd.
Opties\Speciale instelling\LWT buiswandcalib.
• Kies in de programmavertakking Opties het menupunt Speciale instelling.
• Druk op ENTER totdat het menupunt LWT buiswandcalib. wordt weergegeven.
• Kies Uit als u wilt dat er zonder buiswandkalibratie wordt gemeten.
• Kies Voorinstelling als er geen gebruikersgedefinieerde invoer mag plaatsvinden.
• Kies Aan om de waarden voor de buiswandkalibratie vast te leggen.
• Druk op ENTER.
13.3.3
Lineaire kalibratie
Er kan een correctie van de stromingssnelheid worden vastgelegd:
= m · v + n
v
cor
met
v
–
gemeten stromingssnelheid
m
–
factor, bereik: -2...+2
n
–
offset, bereik: -12...+12 cm/s
v
–
gecorrigeerde stromingssnelheid
cor
Alle grootheden die afgeleid zijn van de stromingssnelheid worden dan berekend met de gecorrigeerde
stromingssnelheid.
UMFLUXUS_G831V1-3NL, 2022-11-01
13 Gebruikersmodes
13.3 SuperUser-mode en SuperUser-ext.-mode
161