6 Montage
6.2 Sensoren
6.2.3.6
Bevestigen met PermaFix
In explosieve omgevingen van de FM Class I, Div. 1 moet de sensorbevestiging PermaFix worden gebruikt.
Bij een meting in reflex mode worden de sensoren aan dezelfde zijde van de buis gemonteerd. Als de sensorafstand klein
is dan kunnen beide sensoren in een rail worden bevestigd. Als de sensorafstand groot is, kan het noodzakelijk zijn 2
sensorbevestigingen (een voor elke sensor) te bevestigen.
Bij een meting in diagonale mode worden de sensoren aan weerszijden van de buis gemonteerd.
De sensorbevestiging PermaFix wordt met behulp van schroeven of spanbanden aan de buis bevestigd. Selecteer de
montagehandleiding overeenkomstig: Wij raden u aan de sensorbevestiging PermaFix aan buizen met een diameter van
max. 40 mm met schroeven en aan grotere buizen met spanbanden te bevestigen.
Afb. 6.65: Demontage van PermaFix
1
2
4
4
3
5
1 – aandrukschroef
2 – afdekking
3 – rail
4 – boringen voor de schroeven
5 – spleten voor de spanbanden
6 – sensor
De rail monteren met schroeven
Het aantal en de rangschikking van de PermaFix rails hangen af van de rangschikking en van de afstand van de sensoren
Afb. 6.66: Mogelijke rangschikkingen van de PermaFix (montage met schroeven)
a
b
a – diagonale mode, kleine sensorafstand
b – reflex mode, kleine sensorafstand
c – diagonale mode, grote sensorafstand
d – reflex mode, grote sensorafstand
• Selecteer de rangschikking overeenkomstig de meting.
• Haal de sensorbevestiging PermaFix uit elkaar.
• Plaats één van de rails op de buis.
66
6
4
4
5
c
d
FLUXUS G831
2022-11-01, UMFLUXUS_G831V1-3NL