Inhoudsopgave
Advertenties
BANDENSPANNING
1,91
1,91
bar
bar
1,91
1,91
bar
bar
Bandenspanningscontrolesysteem
Het bandenspanningscontrolesysteem
controleert voortdurend de banden-
spanning in elk wiel. Indien geselecteerd
als menu-optie, kan informatie over de
N
huidige druk worden weergegeven op
het instrumentenpaneel, zie pag. 83.
OPMERKING: Het bandenspan-
ningscontrolesysteem is geen
vervanging voor goed banden-
onderhoud. Het is de verantwoor-
delijkheid van de bestuurder om
de juiste bandenspanning te hand-
haven, zelfs als de te lage ban-
denspanning niet het niveau heeft
bereikt waarop het waarschu-
wingssymbool voor te lage ban-
denspanning gaat branden.
Het waarschuwingssymbool voor
bandenspanningscontrole
branden om te waarschuwen als één
of meer van de banden een te lage
spanning hebben. Er verschijnt dan
M
ook een waarschuwingsbericht op het
bestuurdersdisplay, zie pag. 83 voor
meer informatie.
Wanneer het waarschuwingssymbool
oplicht, moet u stoppen en uw banden
zo snel mogelijk controleren en op de
juiste spanning brengen, zie pag. 232.
WAARSCHUWING: Rijden met een
te lage bandenspanning kan leiden
tot oververhitting van de banden.
Dit kan leiden tot een lekke band
en een nadelige invloed hebben op
de bestuurbaarheid en het remver-
mogen van het voertuig.
WAARSCHUWING: Een te lage
bandenspanning verkort ook de
levensduur van de banden en
kan de bestuurbaarheid en het
remvermogen van het voertuig
beïnvloeden.
VERZORGING VAN HET VOERTUIG
WAARSCHUWING: Het
gaat
bandenspanningscontrolesysteem
registreert geen schade aan een
band. Controleer regelmatig de
toestand van de banden en de
bandenspanning, vooral wanneer
u op een circuit rijdt. Als u dit niet
doet, kan dit leiden tot ernstig
letsel of overlijden.
237
Advertenties
Inhoudsopgave
