Automatische modus
Manuele Modus
R
N
P
N
D
N
Een versnelling selecteren
Afhankelijk van de geselecteerde
versnelling, trapt u stevig op
de voetrem en beweegt u de
versnellingspook één of twee keer naar
voren of naar achteren om tussen de
versnellingen te schakelen.
Om R te selecteren als D is geselec-
teerd, trapt u op de voetrem en be-
weegt u de versnellingspook naar
voren om N te selecteren. Laat vervol-
gens los en de pook terugveren, waar-
na u deze weer naar voren beweegt om
R te selecteren.
WAARSCHUWING: Trap de
voetrem altijd stevig in als u D of
R selecteert, want de auto kan ook
zonder gas te geven in beweging
komen.
WAARSCHUWING: Om
onverwachte of plotselinge
bewegingen van het voertuig te
voorkomen, kiest u altijd P of N als
D
+
N
het voertuig stilstaat en de motor
langere tijd stationair draait.
OPMERKING: Om onverwachte of
plotselinge voertuigbewegingen te
voorkomen, wacht u na het selec-
teren van D of R tot de versnelling
is ingeschakeld alvorens u het gas-
pedaal intrapt.
Er verschijnt een waarschuwingsbericht
op het bestuurdersdisplay als u
probeert een versnelling te kiezen
of het voertuig te starten zonder de
voetrem in te trappen.
Het is een goede gewoonte om de
motor pas uit te zetten als de auto
stilstaat en P of N is geselecteerd.
STARTEN EN RIJDEN
P – Park
Trek bij een stilstaande auto de
parkeerrem aan en druk op de P-knop
achter de versnellingspook om de
parkeerstand te activeren. Beweeg de
pook eenmaal naar voren/achteren om
de parkeerstand uit te schakelen.
WAARSCHUWING: Trek altijd de
parkeerrem aan en kies P om te
zorgen dat de auto stil blijft staan.
LET OP: Om schade aan motor en
transmissie te voorkomen, moet
het voertuig stilstaan voordat u P
selecteert.
187