In bochten kan de radarunit een ander
voertuig detecteren dan bedoeld of
een gedetecteerd voertuig uit het zicht
verliezen.
Camera
Visuele handicap
Het zicht van de camera kan worden
belemmerd door intense sneeuwval
of regen, dichte mist, zware
stofstormen en sneeuwvlagen. Deze
omstandigheden kunnen ertoe leiden
dat sommige camera-afhankelijke
rijassistentiefuncties minder goed
werken, onjuist reageren of worden
uitgeschakeld.
Sterk tegenlicht, reflecties op
de rijbaan, sneeuw of ijs op het
wegdek, vuil wegdek of onduidelijke
rijstrookmarkeringen kunnen de
werking van de camera ook aanzienlijk
verminderen wanneer deze wordt
gebruikt om de weg te bekijken voor
informatie over verkeersborden.
RIJASSISTENTIE
121