KLIMAATBEHEERSING
– De ontwasemer wordt geactiveerd.
– De luchtverdelingsschakelaar wordt
ingedrukt.
– De snelheid van de klimaatventilator
wordt aangepast.
Zie pag. 127 voor de centrale display-
instellingen.
Automatische klimaattemperatuur
Het gewenste gereguleerde klimaat in
de voertuigcabine is gebaseerd op de
door het systeem waargenomen tem-
peratuur, niet op de werkelijke tempe-
ratuur.
De omgevingstemperatuur, luchtsnel-
heid, vochtigheid, zonnestraling, enz.
hebben invloed op deze waargenomen
temperatuur waaraan het voertuig op
dat moment wordt blootgesteld.
Een sensor detecteert aan welke kant
van het voertuig de zon binnenschijnt.
Dat betekent dat de temperatuur van
de luchtstroom tussen de luchtroosters
kan verschillen, ook al probeert het
systeem de temperatuur te regelen.
174
Klimaatventilator
Om de snelheid van de
klimaatventilator te regelen, draait u de
regelring rond de AUTO-knop rechtsom
om de ventilatorsnelheid te verhogen
(er zijn zeven snelheden beschikbaar).
Draai de ring linksom om de snelheid te
verlagen (omlaag om de ventilator uit
te zetten).
Een indicatie van de ventilatorsnelheid
verschijnt tijdelijk op het centrale dis-
play en wordt permanent weergege-
ven op de klimaatnavigatiebalk van het
centrale display.
Zie pag. 176 voor de centrale dis-
play-instellingen.
Luchtroosters
In het midden en aan weerszijden van
het dashboard bevinden zich verstelba-
re luchtroosters.
Niet-regelbare luchtroosters leiden
de luchtstroom naar de voorruit en de
voetruimtes.