Inhoudsopgave
Advertenties
Banden
De wiel- en bandenmaten van het voer-
tuig zijn voor en achter verschillend,
het verwisselen van wielen en banden
tussen de assen is niet toegestaan.
WAARSCHUWING: Niet-naleving
van dit voorschrift heeft een
negatieve invloed op het rijgedrag
van de auto en kan leiden tot een
ongeval.
Bandeninspectie
De banden moeten regelmatig worden
gecontroleerd op tekenen van insnij-
dingen, schuurplekken, bobbels, andere
schade en op ongelijke slijtagepatronen.
Ongelijkmatige slijtage van het profiel
kan erop wijzen dat de geometrie van de
ophanging of de dempers aandacht be-
hoeven van uw Lotus-dealer.
Bij de beoordeling van de toestand
en de bruikbaarheid van de banden
moet u de banden vervangen als er
twijfel bestaat of als de wettelijke
profieldiepte bijna is bereikt.
WAARSCHUWING: Beschadigde,
slecht onderhouden of onjuist ge-
bruikte banden zijn gevaarlijk en
kunnen een ongeval veroorzaken.
Slijtage-indicatoren
In de bodem van de loopvlakgroeven
zijn op diverse plaatsen in de band
slijtage-indicatoren aangebracht. Deze
zijn op de buitenste loopvlakblokken
door middel van kleine wijzers
aangeduid. De banden moeten worden
vervangen voordat deze minimale
wettelijke profieldiepte is bereikt.
Versleten banden met een geringe
profieldiepte hebben meer kans op
aquaplaning in natte omstandigheden
en mogen niet worden gebruikt.
Aanbevolen bandenspanning
De koude bandenspanning moet elke
week of, indien dit eerder is, elke
1600 km worden gecontroleerd en zo
nodig worden aangepast.
VERZORGING VAN HET VOERTUIG
Een sticker op de deurstijl aan de
bestuurderszijde geeft de aanbevolen
bandenspanning voor in de fabriek
gemonteerde banden aan. In de sectie
"Technische gegevens" achterin dit
Handboek vindt u ook de aanbevolen
bandenspanningen terug.
Koude banden
Controleer/corrigeer de bandenspan-
ning alleen als de banden koud zijn
(d.w.z. als het voertuig minimaal 3 uur
heeft stilgestaan of minder dan 1 mijl/
kilometer heeft gereden). De spanning
kan toenemen als de banden zijn opge-
warmd tot de normale bedrijfstempe-
ratuur.
Bandenspanning voor circuitgebruik
Bij circuitgebruik moet de
bandenspanning pas gecontroleerd
en aangepast worden als de banden
opgewarmd zijn. Rijd hiervoor
ongeveer 3 ronden met gematigde
snelheid over het circuit.
Ook na rustpauzes moet de spanning
gecontroleerd en aangepast worden
naar de juiste bandenspanning. Vervol-
gens moeten de banden weer worden
opgewarmd worden zoals hierboven
231
Advertenties
Inhoudsopgave
