15.2 Algemene reiniging en ontsmetting
Houd de externe oppervlakken steeds schoon en vrij van vuil en vloeistoffen met
een schone, droge doek.
1.
2.
3.
4.
15.3 Reiniging en desinfectie van de op de patiënt
toegepaste onderdelen
Reinig de onderdelen alvorens een patiënt te onderzoeken aan de hand van
de onderstaande reinigingsmethode voor laag risico.
Na het onderzoek van de patiënt dient u de toegepaste onderdelen te reinigen
en/of desinfecteren aan de hand van de gepaste methode afhankelijk van het
risico op kruisbesmetting zoals hieronder beschreven:
Risico
Laag
Gemid-
deld
Hoog
82
Veeg eventuele vloeistoffen van het oppervlak van het product met
een schone, droge doek.
Schoonvegen met een doek bevochtigd in 70% isopropylalcohol.
Volledig droogvegen met een schone, droge en pluisvrije doek.
Indien het product vervuild werd, dient u de methoden te gebruiken
zoals beschreven voor de op de patiënt toegepaste onderdelen.
Defi nities
Normaal gebruik of
situaties met laag risico,
inclusief patiënten met
gave huid en geen
bekende infectie en
de sondes werden niet
besmet met bloed.
De patiënt heeft een
bekende infectie, de
huid is niet intact en
het gedeelte is zwaar
vervuild.
Deze procedure mag
uitsluitend gebruikt
worden wanneer het
onderdeel vervuild werd
met bloed.
Procedure
1. Verwijder de vervuiling, veeg
schoon met een mild en neutraal
schoonmaakmiddel en veeg
vervolgens schoon met een doek
bevochtigd met water.
2. Volledig droogvegen met een schone
en pluisvrije doek.
1. Volg de procedure voor laag risico
en veeg vervolgens met een doek
bevochtigd in natriumhypochloriet
(1.000 ppm).
2. Veeg na twee minuten schoon met
een doek bevochtigd in water en
droog vervolgens met een schone,
pluisvrije doek.
1. Volg de procedure voor laag risico
en veeg vervolgens met een doek
bevochtigd in natriumhypochloriet
(10.000 ppm).
2. Veeg na twee minuten schoon met
een doek bevochtigd in water en
droog vervolgens met een schone,
pluisvrije doek.