5.
Bediening
5.1
Schakel het apparaat in.
Sluit de monitor op de netvoeding aan.De eenheid wordt automatisch opgestart.
Indien de eenheid op uit of stand-by staat terwijl ze stroom krijgt, houdt u
gedurende ongeveer 2 seconden ingedrukt om deze in te schakelen. Er
klikt een kort signaal.
Het apparaat toont even een splash-scherm, vervolgens het Toepassingenscherm.
5.2
Toepassingenscherm
Het toepassingenscherm wordt weergegeven en automatisch geconfi gureerd
volgens de opties/modules die op het apparaat worden geplaatst. Het scherm wordt
gerangschikt in een reeks golfvormen en numerieke indicators. Alle functies zijn
toegankelijk via het touchscreen, hetzij via de menu's van de bedieningsbalk die zich
over de onderkant van het scherm bevinden of door elke toepassing aan te raken.
Merk op dat sommige toepassingen vereisen dat u het relevante gebied
aanraakt en vasthoudt.
Patiëntgegevens
Bedieningsbalk
Scherm
vergrendelen/
ontgrendelen
Batterijstatus
Datum/tijd
Alarm
17