Verklaring van de fabrikant m.b.t. de elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
16.3 Tabel 4 volgens EN 60601-1-2
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant - Elektromagnetische storingsbestendigheid
De operatiemicroscopen PROVEO 8 zijn bestemd voor gebruik in een omgeving zoals hieronder aangegeven.
De klant of de gebruiker van de PROVEO 8 operatiemicroscoop moet ervoor zorgen dat deze in een dergelijke omgeving worden gebruikt.
Storingsbestendigheids-
test
Geleide stoorvariabelen
HF-straling volgens
IEC 61000-4-6
Uitgestraalde
stoorvariabelen HF-straling
volgens IEC 61000-4-3
Nabijheidsvelden
Opmerking 1
Bij 80 MHz geldt het hogere frequentiebereik.
Opmerking 2
Deze richtlijnen zijn wellicht niet in alle gevallen van toepassing. De elektromagnetische verbreiding wordt door de absorptie en
reflectie van constructies, objecten en mensen beperkt.
a De veldsterkte van stationaire zenders, zoals basisstations van mobiele telefoons en mobiele draadloze communicatie-apparatuur,
amateurradiostations, AM- en FM-radio- en televisiezenders kunnen theoretisch niet nauwkeurig vooraf worden bepaald.
Om de elektromagnetische omgeving met betrekking tot de stationaire zenders te bepalen, moet een onderzoek van de standplaats worden
overwogen. Als de gemeten veldsterkte op de standplaats waar de PROVEO 8 operatiemicroscoop wordt gebruikt, het bovengenoemde
HF-overeenstemmingsniveau overschrijdt, moet van de PROVEO 8 worden gecontroleerd of deze normaal werkt. Als de werking abnormaal is, zijn
wellicht aanvullende maatregelen noodzakelijk, zoals een andere uitrichting of andere standplaats van de PROVEO 8.
80
IEC 60601-
Overeen-
testniveau
stemmingsniveau
3/6 V
10 V
eff
eff
150 kHz tot 80 MHz
3 V/m
10 V/m
80 MHz tot 2,7 GHz
80 MHz tot 3 GHz
PROVEO 8 / Ref. 10 733 910 / Versie 03
Elektromagnetische omgeving - richtlijnen
De afstand van draagbare en mobiele draadloze apparatuur tot de
PROVEO 8 operatiemicroscoop, inclusief leidingen, dient tijdens
gebruik niet kleiner te zijn dan wordt berekend volgens de formule
die van toepassing is op de zendfrequentie.
Aanbevolen veiligheidsafstand
d = 0,35 √P
voor 150 kHz tot 80 MHz
d = 0,35 √P
voor 80 MHz tot 800 MHz
d = 0,7 √P
voor 800 MHz tot 2,7 GHz
Met P als nominaal vermogen van de zender in watt (W) conform
informatie van de fabrikant van de zender en d als aanbevolen
veiligheidsafstand in meters (m). De veldsterkte van stationaire
draadloze zenders dient bij alle frequenties volgens een onderzoek
ter plaatse geringer te zijn dan het overeenstemmingsniveau. In
de omgeving van apparaten die het volgende symbool dragen, zijn
storingen mogelijk: