XXII. 2900 Stuurklepopties (vervolg)
M. Montage van de pilot op afstand
De pilots 39PV en 39MV kunnen afzonderlijk van
de hoofdklep worden gemonteerd. Door de pilot op
afstand te monteren, kan de pilot worden verwarmd
of gekoeld als de omgevingsomstandigheden
buiten het bereik van de pilot vallen. Hierdoor kan
de gebruiker ook meerdere pilots groeperen voor
controle van de omgevingsomstandigheden in een
kleinere ruimte. Bovendien is onderhoud hierdoor
eenvoudiger.
N. Teledetectie
De inlaat van de stuurklep kan worden aangesloten
op een locatie op afstand van de hoofdklep. Bij deze
toepassing kan de klant de inlaatdetectieleiding naar
een andere locatie leiden dan waar de hoofdklep zich
bevindt en waar de druk wordt ontlast (raadpleeg de
fabriek voor aanbevelingen voor de slangmaat en
voor de maximale lengte).
O. Opties voor detectieringen
Dankzij integrale detectieringen kan de inlaat van
de stuurklep worden doorgeleid naar een locatie net
onder de inlaatflens van de hoofdklepbasis.
De optie 2900 Gen II "IS" (Afbeelding 90) is de
standaard en aanbevolen configuratie voor integrale
detectie wanneer de optie voor detectie op afstand
niet is geselecteerd. Deze integrale detectiering is
een drop-in-oplossing waarvoor geen leidingaanpas-
singen nodig zijn vanwege hart-op-vlak maatverschil-
len. Daarom kan het worden gebruikt om bestaande
API 526 veerbelaste PRV's te vervangen.
De "SR"-optie (Afbeelding 91) is ook beschikbaar
voor bestaande 2900-installaties wanneer alleen de
SR-detectiering werd gebruikt. Het gebruik van deze
detectiering ter vervanging van API 526 veerbelaste
PRV's zal resulteren in hart-op-vlak maatverschillen.
© 2023 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.
Afbeelding 90: Integrale detectiering
52b
52a
Ref.-nr.
52a
52b
52c
Afbeelding 91: Detectiering
Consolidated 2900 Series Generation II POSRV-instructiehandleiding
52c
Onderdeel
Detectieslang
Plugfilter
Detectiering
| 93