Redenen voor bescherming tegen bevrie-
zing:
1. Als de pilotdetectielijn verstopt of bevroren raakt,
kan de systeemdruk van de stuurklep worden
geïsoleerd. Hierdoor kan de pilot de systeemdruk
niet detecteren, de overdruksituatie openen en
verlichten.
2. Aanbevelingen voor het isoleren en verwarmen
van een voorgestuurde overdrukklep:
1. Soorten vorstbeveiliging:
a. Isolatie door glasvezeldekens of wikkel.
b. Heattracing met elektrische hittetape.
c. Stralingswarmtebronnen, zoals een
warmtelamp.
Voor toepassingen waarbij verwarming of
warmtestralers worden gebruikt, moet de
temperatuur worden beperkt tot ongeveer 200
°F (93,3°C), zodat de elastomeren niet worden
beschadigd. Na beoordeling van de toepassing
kunnen hogere temperaturen worden toegestaan.
Klepillustraties die aanvaardbare locaties voor
isolatie tonen, staan weergegeven in Afbeeldingen
20 en 21. Afbeelding 20 toont een standaard,
voorgestuurde overdrukklep. Afbeelding 21 toont een
voorgestuurde overdrukklep die voorzien is van een
warmtewisselaar.
32 |
Baker Hughes
© 2023 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.