VII. Pre-installatie en installatie (vervolg)
Integrale detectie
De configuratie voor integrale detectie is de standaard en aanbevolen optie voor drukdetectie wanneer
detectie op afstand niet vereist is vanwege groot verlies in de inlaatleiding. Met de optie voor integrale
detectie kan de druk van de stuurklep worden opgepikt via de integrale detectiering die zich rond de basis van
het doorlopende mondstuk bevindt.
De Generation II 2900-serie met de optie voor integrale detectie heeft geen invloed op de centerline-to-face
afmetingen van de hoofdklep, omdat de integrale detectiering zich om het mondstuk wikkelt in plaats van
eronder te zitten. Dit unieke ontwerp zorgt ervoor dat de integraal gedetecteerde Generation II 2900-serie
past bij alle API 526 Direct Spring PRV-centerline-to-face afmetingen, waaronder de Consolidated 1900-serie.
Teledetectie
Als de drukval tussen de drukbron in de te beschermen apparatuur en de druk bij de inlaat van de
overdrukklep groter is dan 3%, moet de detectieleiding naar de stuurklep rechtstreeks op de te beschermen
apparatuur worden aangesloten. De optionele detectiering mag niet worden geïnstalleerd. Voor teledetectie
zijn slangen met een diameter van 0,375" (9,53 mm) geschikt voor afstanden tot 3,048 m (10 voet).
Raadpleeg API 520 of de fabriek voor blokkleppen en andere speciale installatiekenmerken.
Oploopsnelheid
Zoals bij alle voorgestuurde overdrukkleppen moet de oploopsnelheid zorgvuldig worden gecontroleerd om
de nadelige effecten van extreme drukstoten tot een minimum te beperken. Dankzij vele jaren operationele
ervaring in combinatie met onderzoek en ontwikkeling is het belang van de juiste oploopsnelheid vastgesteld
als een van de belangrijkste oorzaken van veel vermijdbare problemen met kleppen. Op basis van
test- en operationele ervaring is aangetoond dat een oploopsnelheid van ongeveer 2% van de ingestelde
drukwaarde van de klep per seconde, of het equivalent van een consistente drukverhoging over een interval
van één minuut, geen nadelige effecten heeft als gevolg van waterslag tijdens het onder druk zetten. Het
is aangetoond dat dit de beste balans biedt tussen snelle opstartprocedures en tegelijkertijd de kans op
vermijdbare klepschade elimineert. Voor toepassingen waarbij de druk naar verwachting hoog zal zijn, kan
een stikstoffles (aangesloten op de veldtestconnector) die vooraf is gevuld tot 97% van de ingestelde druk
worden gebruikt.
Vooraf invullen
Tijdens het vooraf vullen van de economizer vóór het onder druk zetten, wordt aanbevolen dat de voorvuldruk
niet hoger is dan 1-1,5 bar (15-25 psi). Voor drukwaarden die deze limiet overschrijden, mag een stikstoffles
(aangesloten op de veldtestconnector) die vooraf is gevuld tot 97% van de ingestelde druk worden gebruikt.
| 15
© 2023 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.
Consolidated 2900 Series Generation II POSRV-instructiehandleiding