Download Print deze pagina

Baker Hughes Consolidated 2900 Generation II Series Instructiehandleiding pagina 77

Advertenties

XX. Instellen en testen (vervolg)
B.2
39MV07, 39MV22 EN 39MV72
1.
Bevestig de pilot aan de hoofdklep met behulp van
twee inbusschroeven (beugel).
2.
Installeer de slangen in de fittingen voor de
inlaat- en koepelpoorten. Zorg dat de uiteinden
van de slangen volledig zijn ingestoken voordat
u ze aandraait. Begin ongeveer halverwege met
het aandraaien van de fitting; controleer of de
Swagelok Gap Inspection Gauge (Swagelok P/N
MS-IG-468) werkt. Ga door met het aandraaien van
de fitting totdat de Swagelok Gap Inspection Gauge
niet meer werkt. Na het aandraaien verwijdert u
deze om er zeker van te zijn dat de ferrule goed
contact maakt met de slang. Installeer de slang
opnieuw.
3.
Installeer slangen om de ontluchtingspoort van de
pilot aan te sluiten op de uitlaat van de hoofdklep in
de standaardconfiguratie.
4.
De definitieve standaardconfiguratie voor de
modulatiestuurkleppen zonder enige opties wordt
weergegeven in de Afbeeldingen 65 t/m 67.
C. Integrale detectiering
(Afbeelding 65)
Integrale detectie is de standaard drukaansluiting
op de stuurklep die wordt gebruikt op de 2900 Gen
II voorgestuurde overdrukklep. Met de integrale
detectiering kan de stuurklepdruk vlak voor de inlaat
van de hoofdklep worden opgevangen. Zorg dat
de slang opnieuw is aangesloten op de integrale
detectiering voordat u gaat testen of opstarten. Voor
druktesten op een werkplaatstestbank; er kunnen extra
pakkingen worden besteld om het testen van de klep te
voltooien.
Opmerking: Eén pakking die bij de integrale
detectiekit wordt geleverd, is bedoeld voor
installaties bij eindgebruikers.
Afbeelding 65: 39MV07
© 2023 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.
De door de klant geleverde flenspakkingen moeten
tussen het klepmondstuk en de detectiering en tussen
de detectiering en de flens van het testsysteem worden
geplaatst.
Redenen voor mislukking:
1.
Elke lekkage uit de pilot bij 4% onder de ingestelde
drukwaarde van de klep of 2 psig (0,14 psig),
afhankelijk van welke waarde het grootst is. De
39MV22 en 39MV72 kunnen 50 bellen per minuut
hebben bij 5% onder de ingestelde druk bij of
boven 2251 psig (155,2 barg) en geen bellen bij
drukwaarden onder 2250 psig (155,1 barg).
2.
Hoofdklep voorzien van zachte zittingen.
a.
Voor de hoofdklep die voorzien is van
39MV22 en 39MV72 is geen lekkage (0
bpm) acceptabel bij 5% onder de ingestelde
drukwaarde van de klep of 2 psig (0,14 barg),
afhankelijk van welke waarde het grootst is.
Voor een ingestelde drukwaarde van 2250 psig
(155,1 barg) en hoger is 50 bpm aanvaardbaar
voor zowel de stuurklep als de hoofdklep.
b.
Voor alle andere typen kleppen is geen lekkage
(0 bpm) acceptabel bij 4% onder de ingestelde
drukwaarde van de klep of 2 psig (0,14 barg),
afhankelijk van welke waarde het grootst is.
c. (i) Paragraaf 2.b(ii) heeft betrekking op het
testen van kleppen met teflon O-ringen
die gespecificeerd zijn voor hogere
temperaturen boven 200°F (93°C).
d. (ii) Controleer het unitticket voor de
temperatuur en verifieer dat deze hoger is
dan 200ºF (93ºC). Test de lucht-/gaskleppen
met lucht op kamertemperatuur en controleer
op lekkage. Als de klep stevig gesloten zit, is
het testen voltooid. Als dit niet het geval is,
controleer dan de kleplekkage bij lucht met
een hoge temperatuur tussen 201-500ºF
(94-260°C).
Opmerking:
open te klappen bij lucht met een hogere
temperatuur.
Afbeelding 66: 39MV22
Consolidated 2900 Series Generation II POSRV-instructiehandleiding
Het is niet nodig om de klep
Afbeelding 67: 39MV72
| 77

Advertenties

loading