Repareren
6
218
A
. 54: Onderste stuurklep
FB
a.
Verwijder het deksel (29) en de isolatie (6).
b.
Gebruik een ringsleutel van 10 mm om de stuurklep
van de luchtmotor (511) uit de luchtmotor (218) te
halen.
c.
Smeer met smeermiddel en installeer een
nieuwe stuurklep (511) op de luchtmotor.
d.
Draai stuurklep vast met een koppel van
10,7-11,9 N•m (95-105 in-lb).
e.
Bevestig opnieuw de isolatie (6) en het deksel (29).
Luchtklep vervangen
A
. 55
FB
78
29
218
507
Demontage (zie A
1.
Sluit het kogelventiel type ontlasting dat op de
luchtinlaat van het systeem is geïnstalleerd om
alle luchtdruk uit het systeem te ontlasten.
2.
Zet de hoofdschakelaar UIT.
3.
Draai de klem op de beugel (528) van de luchtmotor
los en verwijder de trechter (61).
4.
Maak de bovenste slangklem op de rubberen behuizing
los en verwijder de vuldop.
5.
Doseer lijm tot het vloeistofniveau in de smelter op of
onder het honingraatrooster staat.
511
OPMERKING: Als u tijdens deze procedure een schroef of
klepafdichting laat vallen, kan deze in de smelter vallen. Het
vloeistofpeil in de smelter moet onder het honingraatrooster
liggen voordat u naar de volgende stap kunt gaan.
6.
Wanneer het vloeistofpeil laag genoeg is, sluit u het
kogelventiel type ontlasting dat op de luchtinlaat van
het systeem is geïnstalleerd.
7.
Koppel de luchtslang en de kabel los van de luchtmotor.
8.
Draai met een ringsleutel van 10 mm de vier schroeven
(509) los waarmee de luchtklep (512) aan de luchtmotor
(218) zit.
9.
Verwijder de luchtklep (512) en de afdichting (507)
en werp ze weg.
Montage (zie A
1.
Smeer met vet en plaats nieuwe afdichting (507) op
de luchtklep (512).
2.
Plaats voorzichtig de nieuwe luchtklep (512) tegen de
luchtmotor en draai de vier schroeven (509) erin. Zorg
ervoor dat de afdichting van de luchtklep (507) op haar
plek blijft door een constante druk op de luchtmotor uit
te oefenen.
512
3.
Gebruik een ringsleutel van 10 mm om de schroeven
(509) vast te draaien tot een koppel van 10,7-11,9 N•m
509
(95-105 in-lb).
4.
Installeer de vuldop en maak de bovenste klem van de
slang op rubberen behuizing vast.
5.
Sluit de luchtslang en de kabel aan op de luchtmotor.
. 55):
FB
. 55):
FB
334949ZAA