Problemen opsporen en verhelpen
Code
Omschrijving
Hoge temperatuur
T4D0
smelter
Hoge temperatuur
T4D_
slang
Hoge temperatuur
T4D_
pistool
Hoge temperatuur,
T4MX
transformator
Fout in sensor
T6D0
van smelter
Storing in sensor
T6D_
slang
Storing in sensor
T6D_
pistool
Storing in sensor
T6MX
thermistor,
transformator
Geen
temperatuurstijging
T8D_
in pistool
(alle zones)
48
Type
Oorzaak
Temperatuur smelter stijgt boven de
Alarm
ingestelde temperatuur.
Temperatuur slang stijgt boven de
Alarm
ingestelde temperatuur.
Temperatuur applicator stijgt boven
Alarm
de ingestelde temperatuur.
Alarm
Thermistorwaarde hoger dan 100 °C.
Alarm
Geen uitlezing van RTD.
Alarm
Geen uitlezing van RTD.
Alarm
Geen uitlezing van RTD.
Geen aflezing van
Alarm
transformator-thermistor.
Alarm
Temperatuurwaarde verandert niet.
Oplossing
Controleer of de RTD correct in de smelter zit.
Controleer of de overtemperatuurschakelaar
aangesloten is en controleer de weerstand van
de schakelaar. De weerstand van de schakelaar
moet bij temperaturen onder 204 °C (400 °F)
rond de 0 ohm liggen.
Controleer de weerstand van de smelterverwarmers
naar aarde. Vervang de verwarming als de
verwarming kortgesloten is naar aarde.
Schakel het systeem in zonder lijm te doseren.
Controleer of de temperatuur overeenkomt met
de ingestelde temperatuur. Als de ingestelde
temperatuur niet wordt aangehouden, vervang
dan de RTD. Als de temperatuur de ingestelde
temperatuur blijft overschrijden, vervang dan de
MZLP.
Schakel het systeem in zonder lijm te doseren.
Controleer of de slang op de ingestelde temperatuur
blijft. Als de RTD-waarden van de slang niet stabiel
zijn, vervang dan de slang. Als de temperatuur van
de slang steeds boven de ingestelde temperatuur
stijgt, vervang dan de MZLP.
Schakel het systeem in zonder lijm te doseren.
Controleer of de applicator op de ingestelde
temperatuur blijft. Als de RTD-waarden van de
applicator niet stabiel zijn, vervang dan de RTD
van de applicator.
Als de RTD-waarden stabiel zijn maar de temperatuur
van de applicator blijft stijgen, controleer dan de
weerstand van de applicatorverwarmer naar aarde.
Als de verwarming is kortgesloten naar aarde,
vervang dan de verwarming van de applicator.
Als de verwarming niet kortgesloten is naar aarde,
vervang dan de MZLP.
Controleer of de ventilator van de transformator
correct en onbelemmerd werkt.
Vervang de transformator.
Controleer of connector J5 correct op de MZLP-plaat
is aangesloten.
Vervang de RTD van de smelter.
Zie Temperatuursensor bandverwarming
vervangen, pagina 68.
Connector van slang niet aangesloten op MZLP.
Vervang de slang.
Connector van slang niet aangesloten op MZLP
of connector van applicator niet aangesloten op
verwarmde slang.
Vervang RTD van applicator.
Controleer of draad van sensor aangesloten is op J7
van AWB.
Vervang de transformator.
Controleer zekeringen F3 en F4 (kanalen 1, 3, 5)
of F7 en F8 (kanalen 2, 4, 6) op de MZLP waarop
het defecte kanaal is aangesloten.
Vervang de verwarmerstaven van het
applicatorspruitstuk.
OPMERKING: Verwarmingsstaven in het
verdeelstuk van de applicator kunnen ook
de fout „Geen stroom" veroorzaken.
Controleer de weerstand op de bedrading van
de slang. Raadpleeg de handleiding van de
slang voor het juiste weerstandsbereik.
334949ZAA