Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Graco InvisiPac HM25 Instructies pagina 33

Verberg thumbnails Zie ook voor InvisiPac HM25:
Inhoudsopgave

Advertenties

5.
Stel de luchtdruk van de pomp met de luchtdrukregelaar
(C) van de pomp in op 0.
E
C
A
. 18
FB
6.
Gebruik de luchtdrukregelaar (E) voor de
vacuümoverdracht om de luchtdruk van de
vacuümoverdracht in te stellen op 280-690 kPa
(2,8-6,9 bar; 40-100 psi). De aanbevolen druk
is 414 kPa (4,1 bar; 60 psi). Zie A
OPMERKING: De vacuümoverdracht begint pas wanneer
de pomp op bedrijfstemperatuur is.
Overschrijd nooit de nominale temperatuur van de
reinigingsvloeistof om brand en explosie te voorkomen.
Als het systeem net gespoeld is, kunnen zich nog resten
van reinigingsvloeistof in het systeem bevinden totdat het
systeem met lijm is voorgespoeld. Laat de temperatuur
niet stijgen tot boven de nominale temperatuur van de
reinigingsvloeistof voordat het systeem met lijm is
voorgespoeld.
OPMERKING: Een nieuw systeem kan olieresten bevatten
als gevolg van testen die in de fabriek zijn uitgevoerd
voordat het systeem is verzonden. Om rook te voorkomen,
dient u de volgende stap uit te voeren.
7.
Alleen bij nieuwe systemen: zet de temperatuur van
de smelter tijdelijk op 250°F (121°C). Zie Instellingen
ADM selecteren op pagina 23 voor instructies.
8.
Druk op
om de verwarmingselementen en de
pomp in te schakelen.
OPMERKING: Wanneer het systeem op temperatuur is,
wordt de pomp automatisch geactiveerd, maar hij zal niet
onmiddellijk starten, want er is geen luchtdruk in de pomp.
OPMERKING: Wanneer de smelter op temperatuur is,
begint de automatische vulfunctie de trechter te vullen
met korrels.
334949ZAA
. 18.
FB
Alleen voor nieuwe systemen: Nadat de smelter
9.
een temperatuur van 121°F (250°C) heeft bereikt en de
trechter is gevuld met korrels, stelt u de temperatuur van
de smelter weer in op de gewenste bedrijfstemperatuur.
Zie Instellingen ADM selecteren op pagina 23 voor
instructies.
10. Gebruik de afzonderlijke patroonregelaar om de
applicators te openen en ze open te houden.
In de volgende stap mag u om schade aan de pomp wegens
cavitatie te voorkomen niet meer dan 20 psi (140 kPa, 1,4
bar) luchtdruk naar de pomp voeren totdat het systeem
volledig voorgespoeld is.
11. Laat, met de applicators open en het systeem op
temperatuur, langzaam de luchtdruk in de pomp stijgen
totdat de pomp heel langzaam begint te draaien.
Een druk van ongeveer 20 psi (140 kPa, 1,4 bar)
zou voldoende moeten zijn.
OPMERKING: Bij een druk van minder dan 20 psi (140 kPa,
1,4 bar) werkt het systeem mogelijk niet stabiel.
12. Laat de pomp draaien totdat schoon, luchtvrij materiaal
uit elke applicator stroomt.
13. Wanneer elke applicator volledig voorgespoeld is, stelt
u de gewenste druk van de pomp in:
a.
Stel de druk van de pomp in tussen 140-690 kPa
(1,4-6,9 bar; 20-100 psi).
b.
Gebruik een aparte patroonregelaar om elke
applicator meerdere keren te openen en sluiten
tijdens het controleren van het doseerpatroon.
c.
Herhaal dit totdat u het gewenste doseerpatroon
bereikt.
Bediening
LET OP
33

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Invisipac hm50

Inhoudsopgave