Inhoudsopgave
Advertenties
Onderhoud
Het uitlaatfilter vervangen
De uitlaatfilter voorkomt dat kleine verontreinigingen in de
slangen en applicators raken. Controleer regelmatig de filter.
Vervang de filter na het spoelen van het systeem en wanneer
u van lijm verandert.
236
232
237
8
28
A
. 23
FB
1.
Als het systeem niet op temperatuur is, druk op
om de verwarmingselementen en de pomp in
te schakelen, en wacht totdat het systeem op
bedrijfstemperatuur is.
Om ernstige brandwonden te voorkomen, draagt u best
veiligheidshandschoenen en -kleding die uw handen en
lichaam isoleren tegen de warme oppervlakken en het
warme materiaal.
2.
Voer de Drukontlastingsprocedure, pagina 37, uit,
maar laat het systeem niet afkoelen. De lijm moet een
vloeibare vorm hebben om deze procedure te kunnen
uitvoeren.
3.
Zet de hoofdschakelaar UIT.
4.
Draai de twee schroeven (8) los en schuif de kleine,
metalen mantel (28) op de achterkant van het systeem
naar boven om hem te verwijderen. Zie A
5.
Schroef het uitlaatfilter (236) los met behulp van een
sleutel van 1 inch.
334949ZAA
6.
Steek een inbussleutel door de dop van de uitlaatfilter
om het uitlaatfilter (236) uit het systeem te heffen.
7.
Werp de uitlaatfilter weg.
8.
Plaats de O-ringen (232, 237) die bij het nieuwe
uitlaatfilter zitten op dat filter (236).
9.
Plaats de nieuwe uitlaatfilter met O-ringen in de
behuizing. Draai vast met een ringsleutel van 1 inch.
10. Monteer de kleine, metalen mantel (28) over het
uitlaatfilter en draai de twee schroeven (8) vast.
Het inlaatfilter vervangen
Om ernstige brandwonden te voorkomen, draagt u best
veiligheidshandschoenen en -kleding die uw handen en
lichaam isoleren tegen de warme oppervlakken en het
warme materiaal.
De inlaatfilter is bedoeld om te voorkomen dat grotere
voorwerpen in het systeem raken. De inlaatfilter kan
alleen worden vervangen wanneer het systeem leeg is.
1.
Sluit het kogelventiel van de luchtinlaat.
OPMERKING: Verschillende lijmsoorten hebben
verschillende smelttemperaturen. De eerste temperatuur die
u probeert, moet ongeveer de helft van de doseertemperatuur
zijn. Als de werktemperatuur 204 °C moet worden, probeert
u eerst 93 °C, dan gaat u omhoog in stappen van 11 °C. Als
de werktemperatuur 121 °C moet worden, probeert u eerst
52 °C, dan gaat u omhoog in stappen van 11 °C.
OPMERKING: Om ervoor te zorgen dat de lijm een gel
en geen vloeistof is, mag u de dop (215) van het inlaatfilter
niet verwijderen wanneer de temperatuur hoger is dan de
gewenste temperatuur. Als de temperatuur te laag is, is de
viscositeit van de lijm mogelijk te hoog om het inlaatfilter
(213) te verwijderen. Zie A
2.
Als de smelter onder de gewenste temperatuur is en
het verwarmingssysteem is uitgeschakeld, druk dan
op
Als de smelter boven de gewenste temperatuur is en
het verwarmingssysteem is ingeschakeld, druk dan op
3.
Wacht tot de smelter de gewenste temperatuur heeft
bereikt.
. 23.
4.
Wanneer de smelter de gewenste temperatuur heeft
FB
bereikt, zet de hoofdschakelaar UIT.
. 24, pagina 42.
FB
om het verwarmingssysteem in te schakelen.
om het verwarmingssysteem uit te schakelen.
Onderhoud
41
Advertenties
Inhoudsopgave
