Problemen opsporen en verhelpen
Code
Omschrijving
CAC_
1=MZLP 1
Verbindingsfout
2=MZLP 2
module
3=MZLP 3
Ontbrekend
CACX
dochtersysteem
DADX
Pompdoorslag
DDDX
Pompdalingen
Fout
DE0X
cyclusschakelaar
Handmatige
L0FX
vulmodus
Fout in
L6FX
niveausensor
46
Type
Oorzaak
Systeem reageert niet op geavanceerde
Alarm
displaymodule.
Alarm
Systeem vindt het dochtersysteem niet.
De pomp probeert lijm toe te dienen,
maar er is geen lijm beschikbaar.
Alarm
Versleten of beschadigde
pompafdichtingen
De pomp probeert lijm toe te dienen,
maar er is geen lijm beschikbaar.
Afwijking
Versleten of beschadigde
pompafdichtingen
Alarm
Geen signaal van sensor van luchtmotor.
Aanbe-
Systeem ingesteld op handmatige
veling
vulmodus.
Geen signaal van de peilsensor.
Alarm
Geen lucht naar vuldop.
Verstopt gat in vuldop onder peilsensor.
Oplossing
Schakelaar niet correct ingesteld op MZLP. Stel in
op 1 op printplaat met dochtersysteem. Stel in op 2
op MZLP zonder dochtersysteem in het midden
van de elektrische behuizing. Stel in op 3 op MZLP
zonder dochtersysteem links in elektrische behuizing.
Systeem niet geladen met correcte software. Voer
de Procedure voor het bijwerken van de software
uit op pagina 81.
Slechte verbinding tussen dochtersysteem en
MZLP-plaat. Maak dochtersysteem los, plaats
het opnieuw en maak het vast.
Dochtersysteem niet aansloten op MZLP1.
Sluit het dochtersysteem aan op MZLP met
de draaischakelaar ingesteld op 1.
Vervang de MZLP-dochterkaart.
Lijmreservoir leeg. Vul lijmreservoir bij.
Peilsensor is mogelijk oververhit.
Controleer of lucht naar buis (35) wordt geleverd.
Smelter op verkeerde temperatuur, te laag.
Controleer ingestelde temperatuur en stel de
door fabrikant aanbevolen temperatuur in.
Verstopte vacuümoverdrachtsslang of trechter.
Reinig de verstopte slang of trechter.
Controleer de pompdichtingen.
Repareer indien nodig.
Lijmkorrelreservoir leeg.
Vul reservoir bij met lijmkorrels.
Peilsensor is mogelijk oververhit.
Controleer of lucht naar buis (35) wordt geleverd.
Smelter op verkeerde temperatuur, te laag.
Controleer ingestelde temperatuur van de smelter
en stel de door fabrikant aanbevolen temperatuur in.
Verstopte vacuümoverdrachtsslang of trechter.
Reinig de verstopte slang of trechter.
Doseersnelheid te hoog.
Zie technische gegevens van systeem.
Controleer de pompdichtingen.
Repareer indien nodig.
Controleer de bedrading van J16 van het
dochtersysteem. Zie Elektrische schema's
op pagina 82.
Draai de bout van de cyclusschakelaar los.
Draai de bout van de cyclusschakelaar vast.
Vervang de cyclusschakelaar.
Veranderen naar automatische vulmodus.
Zie Installatiescherm Systeem 2.
Controleer het oplichten van de sensor-led.
Controleer of de sensorkabel is aangesloten
op de sensor.
Controleer de connector van J14 van het
dochtersysteem.
Verwijder de vuldop en controleer of er geen
voorwerpen de zichtlijn van de peilsensor blokkeren.
Vervang de peilsensor.
Controleer de juiste inkomende luchtdruk:
550-690 kPa (80-100 psi).
Controleer of de 5/32 inch luchtleiding genoeg
koellucht levert. Nodig is 14 tot 28 liter per minuut
(30-60 scfh).
Verwijder vuldop en verwijder voorwerp dat gat
verstopt.
334949ZAA