5.
Controleer op het scherm „Systeem 3" (op de
Installatieschermen) of de instelling „Bijvullen"
is ingesteld op „Handmatig".
Overschrijd nooit de nominale temperatuur van de
reinigingsvloeistof om brand en explosie te voorkomen.
6.
Stel de temperatuur van de smelter, verwarmde slangen
en applicators in op de aanbevolen temperatuur van de
fabrikant van de reinigingsvloeistof.
7.
Controleer of het kogelventiel van de luchtinlaat gesloten
is en de luchtdruk van de pomp op 0 ingesteld is.
8.
Laat het systeem afkoelen of verwarmen tot de
aanbevolen temperatuur van de fabrikant van de
reinigingsvloeistof.
9.
Vul de smelter met reinigingsvloeistof voor hoge
temperaturen. Raadpleeg de leverancier van de
smeltlijm om de aanbevolen reinigingsvloeistof voor de
smeltlijm te kennen. Het vloeistofpeil moet op 12,7 mm
(1/2 inch) van de bovenkant van de smelter komen.
10. Koppel een slang los van het spruitstuk van de
applicator.
OPMERKING: Houd de applicators tijdens heel deze
procedure gesloten.
334949ZAA
11. Leid de losgekoppelde slang naar een afvalbak.
12. Als het verwarmingssysteem is uitgeschakeld, druk
dan op
om de verwarmingselementen en de
pomp in te schakelen.
13. Wacht tot de temperatuur van de smelter de door
de fabrikant van de reinigingsvloeistof aanbevolen
temperatuur heeft bereikt.
OPMERKING: De pomp draait niet meer omdat het
kogelventiel van de luchtinlaat van het systeem gesloten is.
14. Wanneer de smelter de gewenste temperatuur heeft
bereikt, laat u de reinigingsvloeistof „absorberen" in
de smelter gedurende de door de fabrikant van de
reinigingsvloeistof aanbevolen tijdsspanne.
OPMERKING: „Absorberen" is belangrijk om optimale
resultaten te behalen.
15. Nadat de reinigingsvloeistof gedurende de benodigde
tijd heeft „geabsorbeerd", opent u het kogelventiel
van de luchtinlaat. Laat langzaam de luchtdruk van
de pomp stijgen totdat de pomp begint te draaien en
de mengeling van reinigingsvloeistof en lijm door de
slang in de afvalbak begint te pompen.
16. Wanneer de pomp sneller begint te draaien, sluit u het
kogelventiel van de luchtinlaat van het systeem om de
pomp te stoppen.
17. Herhaal stappen 7 tot en met 16 totdat er schone,
lijmvrije reinigingsvloeistof uit de losgekoppelde slang
stroomt.
OPMERKING: De smelter en de losgekoppelde slang zijn
nu volledig gespoeld.
18. Bevestig de slang weer op het spruitstuk van de
applicator.
19. Herhaal stappen 7 tot en met 18 voor alle andere
gemonteerde slangen, waarbij u telkens een andere
slang loskoppelt van het verdeelstuk van de applicator.
20. Verwijder en vervang de filter(s) van alle verdeelstukken
van de applicator. Raadpleeg de handleiding van de
applicator.
21. Het uitlaatfilter vervangen. Zie pagina 41.
22. Zet de hoofdschakelaar UIT.
23. Plaats een afvalbak onder de aftapbak (W2), verwijder
de aftapplug (W1) en wacht totdat het systeem volledig
afgetapt is. Zie A
. 2 op pagina 13.
FB
Bediening
39