Samenvatting van Inhoud voor Graco InvisiPac HM25c
Pagina 1
Bediening, reparatie en onderdelen ® InvisiPac 3A8113K Patroonregelaar Om de vloeistofdoseerventielen van kleefmiddeltoevoerapparatuur te regelen. Alleen voor professioneel gebruik. Niet goedgekeurd voor gebruik in omgevingen met explosiegevaar of op gevaarlijke locaties. Zie pagina 3 voor meer informatie over het model en de goedkeuringen door het agentschap. Belangrijke veiligheidsinstructies Lees alle waarschuwingen en instructies in deze handleiding en bijbehorende handleidingen.
Modellen Modellen Interne modellen (HM25c) Gebruikt om de InvisiPac HM25c-systemen bij te werken om de patroonregeling te omvatten. Onderdeel Type Omschrijving Inhoudsopgave 25M526 PC-8* Tijds- of afstandsmodus, geen pulsgever Patroonregelaar * Bestel set 17F712 om naar PC-8e bij te werken.
Waarschuwingen Waarschuwingen De onderstaande waarschuwingen betreffen de installatie, het gebruik, de aarding, het onderhoud en de reparatie van deze apparatuur. Het symbool met het uitroepteken verwijst naar een algemene waarschuwing en de gevarensymbolen verwijzen naar procedurespecifieke risico's. Als u deze symbolen in de handleiding of op de waarschuwingsetiketten ziet, raadpleeg dan deze Waarschuwingen.
Pagina 5
Waarschuwingen WAARSCHUWING GEVAAR VOOR BRANDWONDEN Oppervlakken van apparatuur en verwarmde vloeistof kunnen zeer heet worden tijdens het gebruik. Vermijd ernstige brandwonden. • Raak het warme materiaal of de warme apparatuur niet aan. GEVAAR VOOR INJECTIE VIA DE HUID Vloeistof die onder hoge druk uit het doseerapparaat, uit lekkende slangen of uit beschadigde onderdelen komt, dringt via de huid door tot in het lichaam.
Pagina 6
Waarschuwingen WAARSCHUWING BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR Ontvlambare dampen in het werkgebied, zoals die van oplosmiddelen en verf, kunnen ontbranden of exploderen. Voorkom brand en explosies onder meer als volgt: • Gebruik geen oplosmiddelhoudende kleefmiddelen, want deze kunnen gevaar op explosie inhouden wanneer ze worden verwerkt. •...
Overzicht Overzicht InvisiPac patroonregelaarsystemen kunnen worden geïntegreerd met InvisiPac-systemen of vrijstaand met enige andere apparatuur. Voor alle installaties wordt de geavanceerde weergavemodule (ADM, Advanced Display Module) gebruikt om het programmeren gemakkelijk te maken. PC-8-regelaars werken in de tijds- of afstandsmodus zonder pulsgever. Tot wel 8 pistolen en 4 onafhankelijke trekkers worden ondersteund.
Identificatie van de onderdelen (externe modellen) Identificatie van de onderdelen (externe modellen) Verklaring Verklaring Pulsgever Patroonregelaar Aanloop Aan/uit-schakelaar Details van de binnenkant van de Communicatiekabel patroonregelaar Voedingskaart klant (niet inbegrepen) USB-poort Aardingsklem Ventiel Besturingskaart Trekker kabelwartels (I/O x2 voeding) 3A8113K...
Installatie - Interne modellen (HM25c) Installatie - Interne modellen (HM25c) De patroonregelkaart aansluiten 2. Verwijder de kabelwartelconstructie (T) achteraan het InvisiPac-systeem en verwijder de inzetstukken. De inzetstukken grijpen de meeste M8- en 1. Zet de typeselectorschakelaar voor het M12-kabels stevig vast en zetten uit of drukken patroonregelsysteem op 0.
Installatie - Interne modellen (HM25 en HM50) Installatie - Interne modellen (HM25 en HM50) De patroonregelkaart aansluiten 2. Verwijder de kabelwartelconstructie (T) van de patroonregelkaart (S) en verwijder de inzetstukken. De inzetstukken grijpen de meeste M8- en 1. Zet de typeselectorschakelaar voor het M12-kabels stevig vast en zetten uit of drukken patroonregelsysteem op 0.
Installatie - Interne modellen (HM25 en HM50) Sluit de voeding en geavanceerde weergavemodule aan OPMERKING: Als de interne patroonregelaar wordt 4. Sluit de communicatiekabel (C) aan op de open geïnstalleerd in een HM25 van de eerste generatie met J3-connector (of J& indien J3 in gebruik is) op de DIN-railschrijven moeten er bijkomende aansluitingen MZLP-kaart.
Installatie - Interne modellen (HM25 en HM50) Plaats de besturingskaart in het 6. Sluit de voedingsboom (P) aan op de J1-pennen van de AWB-klem en de in- en uitgangsklemmen InvisiPac-systeem van de voeding. 1. Bevestig de kaart in de open ruimte aan de linkerkant van de elektrische behuizing.
De patroonregelaar en ADM kunnen worden opgezet Advanced Display Module) met behulp van de meegeleverde VESA-compatibele consoles en montagesoftware. Integreren met InvisiPac HM25c 1. Schroef de twee onderste schroeven los om het 1. Zet de typeselectorschakelaar voor het ‚wandgedeelte’ los te koppelen van de console.
Installatie - Externe modellen Integreren met InvisiPac (HM25 en HM50) Vrijstaand 1. Zet de typeselectorschakelaar voor het 1. Zet de typeselectorschakelaar voor het patroonregelsysteem op 0. patroonregelsysteem op 1. OPMERKING: Het systeemtype kan enkel effectief OPMERKING: Het systeemtype kan enkel effectief worden veranderd wanneer het systeem is worden veranderd wanneer het systeem is uitgeschakeld.
Installatie - Externe modellen Elektrisch snoer aansluiten OPMERKING: De behuizing van de voedingsschakelaar kan met de rode lip bovenaan de schakelaar worden verwijderd voor een gemakkelijke bedrading. Een foutieve bedrading kan leiden tot elektrische schokken of andere ernstige letsels indien het werk 2.
Patroonregelkaart draden Patroonregelkaart draden De kleppen plaatsen Installatie van de trekker 1. Sluit tot wel 4 NPN-, PNP- of droge contacttrekkers. OPMERKING: De geleverde spanning (+) bedraagt 1. U kunt tot wel 8 kleppen aansluiten. 24 VDC. OPMERKING: De regelspanning is 24 VDC, met 2.
Patroonregelkaart draden Installatie PLC-ingangen en -uitgangen (optioneel) Functies: Type Functie Omschrijving Invoer INSCHAKELEN Schakelt de regelaar in en uit (de stijgende rand schakelt in, de dalende rand schakelt uit). Ingebouwde systemen: Schakel de verwarming uit/aan aan de hand van de InvisiPac PLC-ingang (in plaats van deze ingang).
De eerste keer opstarten De eerste keer opstarten Software-update Token Bij het integreren in een een InvisiPac-systeem kan een Uitsluitend voor PC-8e-modellen is er een token nodig software-update van het systeem nodig zijn om om het gebruik van pulsgever en aanloop mogelijk te compatibel te zijn met de patroonregelaar.
Schermen Schermen Ga door alle schermen om de interface van de patroonregelaar in te stellen. • Onder de bedrijfsschermen vallen de startpagina en patroondefinitie. • De instelschermen bevatten configureerbare instellingen voor alle toebehoren. Schermoverzicht OPMERKING: Voor het ingebouwde InvisiPac-systeem zijn er bijkomende hoofdstukken beschikbaar voor Hot-melt-HMI.
Schermen HMI-interface Verklaring Functie Regelaar in-/uitschakelen Alle systeemprocessen uitschakelen Afhankelijk van pictogram naast displaytoets Huidige handeling afbreken Wijziging accepteren, fout bevestigen, optie selecteren, tussen geselecteerde opties schakelen Wisselen tussen werkings- en instellingsschermen Binnen een scherm navigeren of naar een nieuw scherm gaan LET OP Om schade aan de schermtoetsen te voorkomen, kunt u beter niet met een scherp voorwerp zoals...
Schermen PC-schermen Startscherm Alleen-lezenweergave van in- en uitgangen van patroonregelaar: 1. Status van pistolen , trekkers en PLC-signalen. 2. Productiesnelheid en afgewerkte toestellen 3. Per product gedoseerd materiaal A - Pistoolstatussen B - Trekkerstatussen C - Lijninformatie D - PLC-signalen Pictogram Naam Omschrijving...
Pagina 25
Schermen Programmaopslag (scherm 1) 1. Selecteer het te laden programma. 2. Programma kopiëren , programma wissen of programma hernoemen 3. Pistolen spoelen 4. Regelaar vergrendelen/ontgrendelen voor onderhoud OPMERKING: De mogelijkheden kopiëren, wissen en hernoemen zijn uitgeschakeld wanneer ‚Patroondefinities vergrendelen’ is uitgeschakeld. Zie Algemene configuratie, pagina 32. A - Scherm openen B - Onderhoud vergrendelen/ontgrendelen C - Naar spoelscherm...
Schermen Pistool spoelen 1. Individuele pistolen spoelen 2. Spoel alle pistolen door op enter te drukken. OPMERKING: Enkel pistolen met toegewezen trekkers worden gespoeld. OPMERKING: Pistolen mogen enkel worden gespoeld wanneer het systeem actief is of 5 minuten is verwijderd van actief te zijn.
Pagina 27
Schermen Patroondefinite (scherm 2) 1. Geef het startpunt en de lengte van de lijmstrepen in. 2. Schakel het onderbreken van elke lijmstreep in of uit. 3. Patroon vooraf bekijken. OPMERKING: Ga om het patroon van pistool A naar pistool B te klonen naar een lijmstreep op pistool B en houd de nummertoets voor pistool A ingedrukt.
Schermen Patroon vooraf bekijken Alleen-lezenweergave van het lijmstreeppatroon. A - Eindpunt van de laatste lijmstreep B - Voorvertoning sluiten - Pistoolnummer - Trekkernummer OPMERKING: Gestipt patroon vertoond onderbreking. Het eigenlijke aantal onderbroken lijmstrepen wordt niet weergegeven. OPMERKING: Een rood patroon geeft aan dat er voor het pistool geen trekker is geselecteerd. Zie Gebeurtenisplan, pagina 29.
Pagina 29
Schermen Gebeurtenisplan (scherm 1) Geef de configuratie-instellingen in voor dit patroon: 1. Wijs een trekker toe aan elk pistool. 2. Geef de pistooltrekkerafwijking in. 3. Geef de minimale productlengte in (als mogelijk een foutieve trekker wordt gekozen). 4. Patroonspiegeling inschakelen 5.
Schermen Lijnmodus (scherm 2) 1. Modus selecteren: b. De lijnsnelheidinstelling wijzigen totdat de a. Tijdgebaseerd. lengte van het laatste product juist is. b. Afstandsmodus zonder pulsgever 4. Voor afstandsmodus met pulsgever: (gebruikt vaste lijnsnelheid). a. Controleer of er een positieve lijnsnelheid is c.
Schermen Trekkerconfiguratie (scherm 3) b. Als er twee lijnsnelheidinstellingen nodig zijn, 1. Selecteer de trekkerpolariteit selecteert u lijn 1 voor trekkers die vanaf de eerste lijnsnelheid meten, en lijn 2 voor de a. Trekker moet heldergeel zijn wanneer er tweede. product aanwezig is en donkergeel wanneer er geen product aanwezig is.
Pagina 32
Schermen Algemene configuratie (scherm 4) 1. Patroondefinitie vergrendelen (optioneel) — • Stelt de uitvoer bij door lijmstrepen te Beschermt het patroon tegen onbedoelde onderbreken volgens uitvoer vs. snelheidscurve. wijzigingen. De operator moet een wachtwoord ingeven om de patronen te wijzigen en •...
Schermen Pistoolinstelling (scherm 5) 1. Pistoolcompensatie zie IJking - 2. Cyclustellers pistool: Pistoolcompensatie, pagina 40: • Bekijk de huidige en de levensduurcyclustelling voor elk pistool. • Geef pistool in compensatie openen • Druk op soft key om de huidige cyclustelling van het geselecteerde pistool te resetten.
Schermen Aanloopregelaar (schermen 6-7, uitsluitend PC-8e) Voer de uitvoerinstellingen van de aanloop in. Zie IJking - Aanloopregelaar, pagina 34. A - Scherm openen B - Minimale uitvoer C - Maximale uitvoer D - Hoog ijkpunt E - Laag ijkpunt P - Schermnummer (scherm 6) Pictogram Naam Omschrijving Percentage...
Schermen Geavanceerde schermen Geavanceerd - Display Geavanceerd - Eenheden De algemene displayinstellingen omvatten de taal, tijd Selecteer de te gebruiken systeemeenheden voor het en wachtwoordbescherming. display. Naam Omschrijving Taal Selecteer de gewenste weergavetaal Datumindeling Selecteer het displayformaat Naam Omschrijving Datum Geef de displaydatum in Temperatuur Selecteer de temperatuureenheden...
Schermen Geavanceerd - USB-downloadinstellingen Geavanceerd - Systeemsoftware Selecteer de USB-downloadinstellingen. Alleen-lezenweergave van systeemsoftware. Naam Omschrijving Naam Omschrijving USB-downloads/upl Schakelt het overdragen van Module Naam van module in het oads uitschakelen gegevens tussen de USB-poort systeem en een USB-schijf uit Onderdeelnr. Onderdeelnummer van de op de USB-logboekfouten Schakelt de USB-logboekaan-...
Onderbreken Onderbreken Onderbreken wordt gebruikt om het verbruik van kleefmiddelen te verminderen, zonder aan verlijmingskracht in te boeten. Definities Onderliggende lijmstrepen - Eén doseercyclus van een onderbroken lijmstreep. Onderbrekingsinterval - De afstand tussen het begin van de aangrenzende onderliggende lijmstrepen. Onderbrekingsbesparing - Het percentage van bespaard kleefmiddel.
Modus willekeurige lijmstreeplengte Modus willekeurige lijmstreeplengte Voor het verwerken van producten van verschillende lengten met één patroon. Volg om de modus voor lijmstrepen met een willekeurige lengte te gebruiken de volgende stappen: 1. Ga naar Gebeurtenisplan, pagina 29. OPMERKING: De leidende marge is gelijk aan de volgende marge.
Spiegelmodus Spiegelmodus Voor symmetrische patronen, inclusief producten met verschillende lengten. Volg om de spiegelmodus te gebruiken de volgende stappen: 1. Ga naar Gebeurtenisplan, pagina 29. 2. Controleer of de pistooltrekkerafwijking voor het geselecteerde pistool groter is dan of gelijk aan het einde van de laatste lijmstreep (afwijking laatste lijmstreep + lengte).
IJking IJking Aanbevolen waarden GM-100: 5-10 ms GS-35: 10-20 ms Pistoolcompensatie (optioneel) Onbekend, andere: 10 ms IJkingsroutine Voor toepassingen aan een hoge snelheid en precisie. 1. Ga naar Pistoolconfiguratie, pagina 33. OPMERKING: Zorg er voordat u de pistoolcompensa- 2. Dien het gewenste patroon toe (programma tiewaarden ingeeft voor dat de pistooltrekkerafwijking is aanwezig in de patroonregelaar).
IJking Lijnsnelheid 1. Zorg ervoor dat de patroonregelaar ‚inactief’ of a. Stel bij pulsgeversystemen (uitsluitend PC-8e) ‚vergrendeld’ is. Druk op de voedingsknop om van de Pulsgeverpulsen per mm bij , totdat de status te wisselen (indien nodig). lengtewaarde van het laatste product overeenkomt met de verwachte lengte.
Als u HM25 & HM50 HM25C geen Graco aanloopregelaar gebruikt, zorg er dan voor dat de regelaarinstellingen op 0 psi afwijking en 100 psi bereik zijn ingesteld, overeenkomstig 10 V. 5. Geef de druk in weergegeven op de aanloopregelaar 1.
IJking 9. Breng de druk op de drukmeter van de 2. Geef ‚100’ in voor zowel hoge en uitvoerwaarden. InvisiPac-pomp terug naar het niveau van stap 3. OPMERKING: Een waarde van ‚100’ zorgt ervoor dat een ononderbroken lijmstreep wordt toegediend OPMERKING: Nadat u de druk opnieuw heeft opgevoerd, sneller dan de maximale lijnsnelheid.
Verificatie Verificatie Dit hoofdstuk gaat na of het patroonregelsysteem van 4. Als het weergegeven percentage/druk niet de InvisiPac correct is geïnstalleerd. Zie voor verdere overeenkomt met de verwachte waarde, zie hulp Problemen oplossen, pagina 45. Aanloopregelaar, pagina 44. Kleppen PLC-ingangen 1.
Problemen oplossen Problemen oplossen Foutcodes Wanneer een fout optreedt, druk dan op om elke fout te bevestigen. Na bevestiging zal de fout automatisch verdwijnen wanneer de oorzaak ervan is rechtgezet. Lijst met actieve fouten in de menubalk. Alarmen schakelen de patroonregelaar uit en activeren de droog contact PLC-uitgang. Waarschuwingen en afwijkingen zijn uitsluitend informatief en schakelen het systeem niet uit.
Problemen oplossen Display Probleem Oorzaak Oplossing Het display gaat niet aan De stelknop op de patroonregelkaart is Ingebouwde systemen: ingesteld op 0 verkeerd ingesteld Vrijstaande systemen: ingesteld op 1 Niet ingeschakeld Controleer of het groene lampje brandt op de patroonregelkaart en display Losgekoppelde communicatiekabel Controleer of de patroonregelkaart is aangesloten op de display...
Problemen oplossen Klep Probleem Oorzaak Oplossing Het systeem reset wanneer Gevraagde voeding van gecombineerde Zorg ervoor dat de gevraagde voeding in totaal onder 6 de pistolen afgaan kleppen overschrijdt het voedingsbereik A blijft tussen alle tegelijk afgaande kleppen. (150 W) Geen lijm toegediend Solenoïde verkort Zorg voor een correcte bedrading tussen solenoïde en...
Problemen oplossen Aanloop Probleem Oorzaak Oplossing Aanloopregelaar geeft 0 psi Ingebouwde systemen: Ingebouwde systemen: Schakel het systeem IN. De InvisiPac-systemen INACTIEF aanloop wordt actief zodra het systeem ACTIEF is (pomp wordt ingeschakeld) Vrijstaande systemen: PC-systeem INACTIEF Vrijstaande systemen: Schakel het systeem IN. De aanloopregelaar wordt meteen actief Geen druk naar inlaat van aanloopregelaar Controleer of de inlaat van de aanloopregelaar druk ontvangt (controleer de kleppen en afsluiters vóór...
Procedure voor het bijwerken van de software Procedure voor het bijwerken van de software Wanneer de software op de geavanceerde Eerste scherm: displaymodule wordt bijgewerkt, wordt hij automatisch ook op alle aangesloten GCA-componenten bijgewerkt. De software Tijdens de update van de software verschijnt een controleert welke statusbericht om de voortgang aan te geven.
Als er van meerdere geavanceerde overschrijft het de oudste gegevens. displaymodules wordt gedownload, dan is er voor elke ADM een aparte submap in de map GRACO. OPMERKING: Om verloren gegevens te voorkomen, De logbestanden moeten worden geopend met een moet u minstens elke 27 dagen de logbestanden spreadsheetprogramma.
Tekening afmetingen Tekening afmetingen Systeembehuizing 3.33 in 10.01 in (84.5 mm) (254.25 mm) .87 in (22 mm) 10.28 in (261 mm) 1.5 in .63 in (38.1 mm) (16 mm) ti31573a Trekkers 128071 - Montagebeugel, recht 128072 - Gepolariseerde retro-reflectieve sensor 128073 - Diffusiesensor 16.2 in (411.4 mm)
Pagina 62
Tekening afmetingen Pulsgever 128074 - Pulsgever, stapsgewijs 17E018 - Universele beugel .393 in 12.5 in 3X M4 (10 mm) (317.5 mm) 8X .313 in 10.69 in .748 in (271.52 mm) (7.95 mm) (19 mm) 2.362 in 1.45 in 2.05 in 2.75 in (36.83 mm) (60 mm)
Tekening afmetingen Koppelingen Onderdeel Graco as As klant pulsgever (boring) 17F540 6 mm 17F541 8 mm 17F542 10 mm 17F543 12 mm 1 inch 0,374 in. 0,25 in. 0,984 in. 17F544 1/8 in. (25,4 mm) (9,5 mm) (6,4 mm) (25,0 mm) 17F545 3/16 in.
VOOR EEN BEPAALDE TOEPASSING. De enige verplichting van Graco en het enige verhaal van de klant bij inbreuk op de garantie worden vastgesteld zoals hierboven bepaald. De koper gaat ermee akkoord dat geen andere verhaalmogelijkheid (waaronder, maar niet beperkt tot vergoeding van incidentele schade of van vervolgschade door winstderving, gemiste verkoopopbrengsten, letsel aan personen of materiële schade, of welke andere incidentele verliezen of...