Problemen opsporen en verhelpen
Drukontlastingsventiel spoelen
Voer deze procedure uit wanneer gevraagd in de tabel
„Problemen oplossen".
1.
Wanneer het systeem actief is op de benodigde
lijmtemperatuur, stel dan de luchtdruk van de
luchtmotor in op 20 psi (140 kPa, 1,4 bar).
2.
Verwijder de luchtleiding (36) uit het
drukontlastingsventiel.
A
. 26
FB
3.
Plug de luchtleiding en laat de luchtmotor draaien.
4.
Sluit de luchtleiding terug aan op het
drukontlastingsventiel en controleer of het systeem
nog steeds afslaat.
5.
Als het systeem niet afslaat, spoel dan tien pompcycli
met materiaal door één applicator.
6.
Herhaal deze volledige procedure totdat geen extra
lucht uit de applicator komt.
58
De werking van de luchtklep van de pomp
controleren
Voer deze procedure uit wanneer gevraagd in de tabel
„Problemen oplossen".
OPMERKING: Het systeem moet op bedrijfstemperatuur
zijn om de pompklep te kunnen activeren.
1.
Als het verwarmingssysteem en de pomp uitgeschakeld
zijn, druk dan op
pomp in te schakelen.
2.
Wacht tot het systeem de ingestelde temperatuur heeft
bereikt.
3.
Stel de luchtdruk van de pomp in op 20 psi (140 kPa,
1,4 bar).
4.
Haal de luchtleiding met buitendiameter van 3/8 inch
van de luchtmotor.
5.
Controleer of er lucht door de luchtleiding stroomt.
6.
Als er geen lucht stroomt, controleer dan de bedrading
36
tussen J13 en de elektromagnetische klep van de pomp.
Weerstand verwarmingsstaaf controleren
Bepaal aan de hand van de tabel of de
verwarmingselementen vervangen moeten worden.
Ref.
Element
Bandver-
208
warming
Smelter-
209
staaf
Basis-
210
staaf
Pomp-
271
stang
om de verwarmingen en de
HM25
Wattage
Ohm
Wattage
1250
41-51
2000
500
103-127
1500
1500
34-42
1000
1500
34-42
1000
HM50
Ohm
26-32
34-42
52-64
52-64
334949ZAA