Inhoudsopgave
Advertenties
Code
Omschrijving
Hoge spanning
A4D0
in smelter
Hoge spanning
A4D_
slang X
Hoge spanning
A4D_
pistool X
Onverwachte
A7D0
elektrische
spanning
Onverwachte
A7D_
stroom, pistool X
Onverwachte
A7D_
stroom, slang X
Geen spanning
A8D0
in smelter
Geen spanning
A8D_
slang X
Geen spanning
A8D_
pistool X
Hoge spanning
A8MF
in ventilator van
transformator
334949ZAA
Type
Oorzaak
Alarm
Bandverwarmer of staafverwarmer
Alarm
Voedingsdraden van slang.
Verwarmingsstaven in verdeelstuk
Alarm
van applicator.
Alarm
Onverwachte stroom naar smelter.
Alarm
Onverwachte stroom naar applicator X.
Alarm
Onverwachte stroom naar slang X.
Alarm
Geen stroom naar smelter.
Alarm
Geen stroom naar slang.
Alarm
Geen stroom naar applicator.
Geen stroom naar ventilator van
Afwijking
transformator.
Problemen opsporen en verhelpen
Oplossing
Meet de weerstand naar aarde tussen
verwarmingsaders. Zou een hoge waarde
moeten zijn. Vervang de verwarmer.
Controleer de weerstand van de verwarmer en de
weerstand naar aarde. Vervang verwarmde slang.
Controleer de weerstand van de verwarmer en
de weerstand naar aarde. Vervang verdeelstuk
van applicator.
Controleer de weerstand van de verwarmer en
de weerstand naar aarde. Vervang defecte
verwarmingselement(en). Zie Verwarmingsstaaf
vervangen, pagina 69.
Vervang MZLP.
Controleer de weerstand van de verwarmer en
de weerstand naar aarde. Vervang spruitstuk
van applicator.
Vervang MZLP.
Controleer de weerstand van de verwarmer en
de weerstand naar aarde. Vervang de slang.
Vervang MZLP.
Controleer zekeringen F1 en F2 op de MZLP
met dochtersysteem.
Controleer of J1 aangesloten is op MZLP met
dochtersysteem en J3 op AWB.
Op kanaal 1 moet een slang aangesloten zijn, of
gebruik anders de optionele overtemperatuurjumper
16Y727.
Controleer zekeringen F5 en F6 (kanalen 1, 3, 5) of
F9 en F10 (kanalen 2, 4, 6) op de MZLP waarop de
defecte slang is aangesloten.
Controleer of de connector van de verwarmde slang
is aangesloten op de MZLP.
Controleer de continuïteit van pennen C en D van
de connector op de MZLP-kant van de verwarmde
slang. Raadpleeg de handleiding van de verwarmde
slang om de impedantiewaarden te kennen.
Vervang de slang als de waarde te hoog is.
Als het systeem slechts één slang en applicator
gebruikt, moet de connector van de verwarmde
slang in kanaal 1 van de MZLP worden gestoken.
Controleer zekeringen F3 en F4 (kanalen 1, 3, 5)
of F7 en F8 (kanalen 2, 4, 6) op de MZLP waarop
de defecte slang is aangesloten.
Controleer of de elektrische connector van de slang
is aangesloten op de achterkant van de MZLP en of
de applicator is aangesloten op de slang.
Controleer de continuïteit van pen A van de slang
aan de pistoolkant naar pen J van de slang op de
MZLP-connectorkant alsook pen C aan de
pistoolkant naar pen A op de MZLP-kant van de
slang. De waarde moet 0-1 ohm zijn. Vervang
de slang als de waarde buiten dit bereik ligt.
Als het systeem slechts één slang en applicator
gebruikt, moet de connector van de verwarmde
slang in kanaal 1 van de MZLP worden gestoken.
Controleer of de voedingskabel van de ventilator
is aangesloten op J7 van de AWB.
Controleer of de ventilator van de transformator
niet wordt gehinderd en soepel kan draaien.
45
Advertenties
Inhoudsopgave
