Problemen opsporen en verhelpen
Probleem
Oorzaak
Verkeerde instelling van
instellingen onderbreker
in geavanceerde
displaymodule.
Lage ingangsspanning
Verwarmingsstaaf in
Trage opstarttijd
smelter en pistoolspuit-
of opstarten
stuk.
duurt langer dan
10 minuten
Verwarmde slang.
Onvoldoende vermogen
naar het systeem. Afhan-
kelijk van combinatie
slang en applicator,
samen met de minimale
stroomtoevoer, kan de
opstarttijd variëren.
Er wordt geen
Verkeerde RTD-instelling
of weinig lijm
in systeem.
gedoseerd
Systeem geeft
geen fouten
aan en heeft
de correcte tem-
Verkeerde RTD-instelling
peratuur maar
in systeem.
de applicator-
temperatuur is
boven de inge-
stelde waarde
54
Oplossing
Verkeerde instelling van onderbreker in geavanceerde displaymodule in
het scherm Installatie.
De ingangsspanning moet 200-240 V AC voor een unit van 230 V zijn
en 380- 400 V AC voor een unit van 400 V zijn.
Meet en controleer verwarmingsstaven in smelter of applicator. Raadpleeg
de handleiding van de applicator. Zie Weerstand verwarmingsstaaf
controleren, pagina 58.
Meet de verwarmingsdraden in de slang, pennen C en D. Raadpleeg
hoofdstuk Reparatie voor de weerstand van elke slang.
Sluit het systeem aan op een stroomvoorziening die het maximumvermogen
volgens de systeemspecificaties kan leveren. Alle wijzigingen moeten
worden uitgevoerd door een erkend elektricien. Zie Modellen op pagina 4
voor het volledige nominale vermogen. Zie Opstarttijd, pagina 132, voor
de opstarttijden onder verschillende omstandigheden.
1.
Controleer of temperatuur van smelter, slang en applicator allemaal
in hetzelfde kamertemperatuurbereik liggen.
2.
Als de temperatuur van de applicator hetzij veel hoger hetzij veel
lager dan die van de smelter is, dan is de RTD-instelling niet correct
voor de gebruikte RTD. Selecteer de correcte RTD-instelling in het
Installatiescherm Systeem 2 voordat u begint.
OPMERKING: Een verkeerde RTD-waarde leidt tot een onder- of
oververhitting van de applicator. De in de geavanceerde displaymodule
ingestelde RTD-waarde is hoger dan de werkelijke RTD-waarde.
Raadpleeg de fabrikant voor de werkelijke RTD-waarde.
1.
Controleer of temperatuur van smelter, slang en applicator allemaal
in hetzelfde kamertemperatuurbereik liggen.
2.
Als de temperatuur van de applicator hetzij veel hoger hetzij veel
lager dan die van de smelter is, dan is de RTD-instelling niet correct
voor de gebruikte RTD. Selecteer de correcte RTD-instelling in het
Installatiescherm Systeem 2 voordat u begint.
OPMERKING: Een verkeerde RTD-waarde leidt tot een onder- of
oververhitting van de applicator. De in de geavanceerde displaymodule
ingestelde RTD-waarde is lager dan de werkelijke RTD-waarde.
Raadpleeg de fabrikant voor de werkelijke RTD-waarde.
334949ZAA