Automatisch bijvullen
Het systeem gebruikt standaard de automatische bijvulfunctie.
Als het automatische bijvulsysteem niet correct werkt en niet
onmiddellijk kan worden gerepareerd, kan de handmatige
bijvulfunctie worden gebruikt.
Om de automatische bijvulfunctie te gebruiken:
1.
Selecteer in het scherm „Systeem 3" (in de schermen
„Installatie") in het vervolgkeuzemenu „Bijvullen" de
optie „Automatisch".
2.
Controleer of de shaker en de buis op het systeem
aangesloten zijn. Zie Componenten bevestigen
op pagina 17.
3.
Controleer of de inlaat (K) van de shaker zich op de
bodem van het met lijmkorrels gevulde reservoir bevindt.
Zie A
. 1 op pagina 12.
FB
OPMERKING: De inlaat van de shaker moet volledig bedekt
zijn met lijmkorrels om de pellets doeltreffend in de buis te
kunnen trekken.
4.
Als de druk nog niet is ingesteld, gebruikt u de
luchtdrukregelaar (E) voor de vacuümoverdracht om
de luchtdruk van de vacuümoverdracht in te stellen op
280-690 kPa (2,8-6,9 bar; 40-100 psi). De aanbevolen
druk is 414 kPa (4,1 bar, 60 psi).
E
A
. 22
FB
OPMERKING: Het systeem voert automatisch de
benodigde hoeveelheid korrels naar het systeem.
334949ZAA
Doseren
OPMERKING: Alleen smeltlijmkorrels kunnen worden
gebruikt in het InvisiPac-systeem.
1.
Als het systeem leeg is of er lucht aanwezig is in de
leidingen, voert u de procedure voor Initieel opstarten
en vullen uit, op pagina 32.
2.
Als de hoofdschakelaar uitgeschakeld staat, schakel
hem dan IN
.
OPMERKING: De hoofdschakelaar moet op elk moment
ingeschakeld blijven wanneer de timerfunctie gebruikt wordt.
3.
Het doseren voorbereiden:
a.
Controleer of het kogelventiel (J) van de luchtinlaat
open is. Zie A
. 1 op pagina 12.
FB
b.
Controleer de manometers (D, F) om te zien of
de drukwaarden voor de vacuümoverdracht en
voor de pomp correct zijn ingesteld. Zie A
op pagina 12.
c.
Als u de automatisch bijvulfunctie gebruikt,
zie Automatisch bijvullen op pagina 35.
d.
Als u de handmatige bijvulfunctie gebruikt,
zie Handmatig bijvullen op pagina 34.
e.
Controleer of de applicators gesloten zijn.
4.
Druk op
om de verwarmingselementen en
de pomp in te schakelen.
OPMERKING: Als u de timerfunctie gebruikt, worden
de verwarmingselementen en de pomp automatisch op
de ingestelde tijd ingeschakeld. U hoeft niet op
te drukken als u de timerfunctie gebruikt, tenzij u het
verwarmingssysteem wilt inschakelen vóór de ingestelde
tijd.
OPMERKING: Wanneer het systeem op temperatuur is,
begint de pomp automatisch te draaien. Hij zal afslaan
op de ingestelde druk, tenzij een applicator opengaat.
Nadat het systeem op temperatuur is, zal materiaal
worden gedoseerd telkens een applicator opengaat.
5.
Wanneer het systeem op temperatuur is, gebruikt
u de aparte patroonregelaar om de applicators op
de gewenste tijdstippen te openen en sluiten.
Bediening
. 1
FB
35