Inhoudsopgave
Advertenties
Code
Omschrijving
Geen
T8D_
temperatuurstijging
in slang (alle zones)
Geen
temperatuurstijging
T8D0
in smelter
(alle zones)
Lage
V1I_
CAN-spanning
Lage
V1MW
leidingspanning
Hoge
V4I_
CAN-spanning
Hoge
V4MW
leidingspanning
Type voeding
V6MW
ongeldig
Geen
V8M_
leidingspanning
Fout in
WJDX
elektromagnetische
klep pomp
Fout in
WKFX
elektromagnetische
vulklep
Ongeldige
WSUX
USB-configuratie
334949ZAA
Type
Oorzaak
Alarm
Temperatuurwaarde verandert niet.
Alarm
Temperatuurwaarde verandert niet.
Alarm
Slechte of overbelaste stroomvoorziening.
De binnenkomende spanning van
Afwijking
fasedraad-naar-fasedraad is onder
175 V gedaald.
Alarm
Slechte of overbelaste stroomvoorziening.
De binnenkomende spanning van
Alarm
fasedraad-naar-fasedraad is boven
de 265 V gestegen.
Tijdens het opstarten was
de ingangsstroom van de
Alarm
fasedraad-naar-fasedraad hetzij
onder 175 V of boven 265 V.
De binnenkomende lijnspanning is
Alarm
minder dan 100 VAC.
Geen spanning in elektromagnetische
Alarm
klep van luchtmotor.
Geen spanning in elektromagnetische
Alarm
klep voor vulling.
Er kan geen geldig configuratiebestand
voor de USB worden gevonden.
Afwijking
ADM: werkt niet goed.
Problemen opsporen en verhelpen
Oplossing
Controleer zekeringen F5 en F6 (kanalen 1, 3, 5)
of F9 en F10 (kanalen 2, 4, 6) op de MZLP waarop
het defecte kanaal is aangesloten.
Controleer de weerstand op de bedrading van de
slang. Raadpleeg de handleiding van de slang
voor het juiste weerstandsbereik.
OPMERKING: Verwarmingsdraden in de slang
kunnen ook de fout „Geen stroom" veroorzaken.
Controleer zekeringen F1 en F2 op de MZLP
met dochtersysteem.
Controleer of de RTD correct in de smelter zit.
Controleer of J1 correct aangesloten is op MZLP
met dochtersysteem en J3 op AWB.
Controleer weerstand van verwarming en vergelijk
deze met de referentietabel. Zie Weerstand
verwarmingsstaaf controleren, pagina 58.
Vervang de smelterverwarmer.
OPMERKING: Verwarmingsstaven in de smelter
kunnen ook de fout „Geen stroom" veroorzaken.
Controleer of de voedingspanning 24 VDC is. Als de
spanning te laag is, koppel dan de schroefklemmen
+V en -V los op de stroomvoorziening en controleer
opnieuw de spanning. Als de spanning juist is,
koppel dan J8 en J9 los van AWB en controleer
opnieuw de spanning. Als de spanning nog steeds
te laag is, vervang dan de AWB. Als de spanning
juist is, sluit J9 aan en controleer de spanning
opnieuw. Is de spanning te laag, vervang dan
de ADM. Als de spanning juist is, sluit J8 aan.
Is de spanning te laag, vervang dan de MZLP.
Is de spanning nog steeds te laag, vervang dan
de stroomvoorziening.
Controleer of de binnenkomende spanning
de correcte waarde heeft en controleer of de
netspanningskabels correct op de schakelaar
aangesloten zijn.
Controleer of de voedingspanning 24 VDC is.
Als de spanning te hoog is, vervang dan de
stroomvoorziening.
In geval van 3-fasig met nuldraad, vraag dan een
erkend elektricien om de nuldraad te controleren.
Contoleer of de binnenkomende spanning correct
op de schakelaar is aangesloten.
Meet de binnenkomende spanning zonder dat het
systeem aangesloten is. Als de spanning minder
dan 100 VAC is, vraag dan een erkend elektricien
om de lage spanning te corrigeren.
Controleer of de connector goed is aangesloten
op J13 van het dochtersysteem.
Vervang het luchtspruitstuk.
Controleer de connector bij J13 van het
dochtersysteem.
Vervang de luchtmagneetkleppen. Zie pagina 76.
Systeem niet geladen met correcte software. Voer
de Procedure voor het bijwerken van de software
uit op pagina 81. Probeer de USB-gegevens
opnieuw te downloaden.
Vervang de geavanceerde displaymodule (ADM).
49
Advertenties
Inhoudsopgave
