Gebruikershandleiding voor het
Tabel C-5 Richtlijn en verklaring van de fabrikant –
Elektromagnetische immuniteit
De batterijlader is bestemd voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant
of de gebruiker van de batterijlader moet ervoor zorgen dat de batterijlader in een dergelijke omgeving wordt
gebruikt.
Immuniteitstest Testniveau
IEC 60601
Geleide RF
3 Vrms 1 kHz
IEC 61000-4-6
0,15–80 MHz
Uitgestraalde RF
3 V/m
IEC 61000-4-3
80 MHz – 2,7 GHz
6 V/m in
ISM-banden
Meetfrequenties
385 MHz – 5,750 GHz
Modulatie pulsen
Opmerking 1: Bij 80 MHz en 800 MHz is het hogere frequentiebereik van toepassing.
Opmerking 2: Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle gevallen van toepassing. Elektromagnetische
voortplanting wordt beïnvloed door absorptie en reflectie van structuren, voorwerpen en personen.
-voedingssysteem
Nalevingsniveau Elektromagnetische
3 Vrms 1 kHz
0,15–80 MHz
3 V/m
80 MHz – 2,7 GHz
6 V/m in
***
***
ISM-banden
Meetfrequenties
385 MHz – 5,750 GHz
Modulatie pulsen
omgeving – leidraad
Draagbare en mobiele RF-communicatie-
apparatuur mag niet dichter bij enig deel
van de batterijlader, waaronder kabels,
worden gebruikt dan de aanbevolen
scheidingsafstand berekend met behulp
van de vergelijking die van toepassing
is op de frequentie van de zender.
Aanbevolen scheidingsafstand
d = 1,17 √P 0,15 MHz tot 80 MHz
d = 1,17 √P 80 MHz tot 800 MHz
d = 2,3 √P 800 MHz tot 2,7 GHz
Waarbij P het nominale maximale
uitgangsvermogen van de zender in watt
(W) is volgens de fabrikant van de zender
en d de aanbevolen scheidingsafstand in
meter (m).
De door vaste RF-zenders uitgestraalde
veldsterkten, zoals vastgesteld door
elektromagnetische meting van de locatie
moeten lager zijn dan het nalevingsniveau
**
in elk frequentiebereik.
Er kan interferentie optreden in
de nabijheid van apparatuur die is
voorzien van het volgende symbool:
*
,
Pagina C-7